73
PRAKTISCHE INFORMATIE
Wiel monteren
1. Breng het wiel aan.
2. Draai de wielbouten handvast.
Wiel demonteren
1. Verwijder de wieldop.
2. Draai de wielbouten iets los met
de wielsleutel 1 .
3. Plaats de krik 2 in één van de
4 daarvoor bestemde kriksteunen
A bij het te verwisselen wiel on-
der de auto.
4. Vouw de krik 2 uit tot het uiteinde
van de krik steunt op de grond.
Controleer of de as van het uit-
einde van de krik loodrecht op het
kriksteunpunt A staat.
5. Krik de auto op.
6. Verwijder de wielbouten en het
wiel.
3. Draai de wielbouten * met de sleu-
tel 1 enigszins vast.
* Bij uitvoeringen met lichtmetalen velgen, is het normaal dat bij het monteren
van het reservewiel de ringen van de bouten de velg niet raken. De bevestiging
is evenwel gewaarborgd.