Wiel demonteren
F Verwijder de wieldop.
F Draai de wielbouten iets los
met de wielsleutel 1.
F Plaats de krik 2 onder één
van de 4 daarvoor bestemde
kriksteunpunten A bij het te
verwisselen wiel onder de
auto.
F Draai de krik 2 uit tot de voet
van de krik steunt op de grond.
Controleer of de as van het
uiteinde van de krik loodrecht
op het kriksteunpunt A staat.
F Krik de auto op.
F Verwijder de wielbouten en het
wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt
(gebruik bokken).
Na het verwisselen van het wiel:
- Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel controleren.
- Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren monteer het
originele wiel daarna weer onder de auto.
Raadpleeg een CITROËN erkend bedrijf.
Wiel monteren
F Breng het wiel aan.
F Draai de wielbouten handvast.
F Draai de wielbouten met de sleutel 1 enigszins vast.
F Laat de krik zakken en verwijder deze vervolgens.
F Draai de wielbouten vast met de sleutel 1.
F Breng de wieldop aan.
F Berg het gereedschap en het wiel op in de bagageruimte.
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L