22
Hoe groter de brokken levensmiddelen, hoe langer de bereidings-
tijd. Vlees dat in grotere stukken is gesneden heeft bijvoorbeeld een
langere bereidingstijd dan dezelfde hoeveelheid vlees in reepjes
gesneden. Het wordt aanbevolen om grotere hoeveelheden levens-
middelen eerst op maximaal vermogen te bereiden en ze daarna
op middelmatig vermogen te laten sudderen voor een gelijkmatige
bereiding.
Wanneer de levensmiddelen niet opgehoopt zijn worden ze sneller
warm dan wanneer ze opgehoopt zijn. Spreid de levensmiddelen
daarom zoveel mogelijk uit. Leg de dunnere dleen, zoals kippepo-
ten of vislets in het midden of laat ze overlappen.
Kleinere hoeveelheden warmen sneller op dan grotere hoeveelhe-
den. U kunt de volgende vuistregel hanteren:
Dubbele hoeveelheid = bijna twee keer zoveel tijd
Halve hoeveelheid = half zoveel tijd
Als u niet de exacte bereidingstijd voor een gerecht kunt vinden,
kunt u de volgende regel toepassen:
Per 100 g ongeveer 1 minuut opwarmen
Alle levensmiddelen die u op een gewoon fornuis kunt bereiden
kunt u ook in de magnetron bereiden.
Het afdekken van gerechten voorkomt dat ze uitdrogen. Een bord
ondersteboven, vetvrij papier of magnetronfolie zijn allemaal ge-
schikt als afdekking. Warm gerechten die een korst moeten krijgen
zonder afdekking.
Eetwaren/levens-
middelen
Hoeveel-
heid
Vermo-
gensin-
stelling
Time on-
geveer
min
Afdekking
Groenten
Aubergine 500 g P 80 7 - 10 ja
Bloemkool 500 g P 80 8 - 11 ja
Broccoli 500 g P 80 6 - 9 ja
Chicorei 500 g P 80 6 - 7 ja
Erweten 500 g P 80 6 - 7 ja
Venkel 500 g P 80 8 - 11 ja
Groene bonen 300 g P 80 13 - 15 ja
Aardappelen 500 g P 80 9 - 12 ja
Knolraap 500 g P 80 8 - 10 ja
Prei 500 g P 80 7 - 9 ja
Maïskolven 250 g P 80 7 - 9 ja
Wortelen 500 g P 80 8 - 10 ja
Peper 500 g P 80 6 - 9 ja
Spruiten 300 g P 80 7 - 10 ja
Asperges 300 g P 80 6 - 9 ja
Tomaten 500 g P 80 6 - 7 ja
Courgettes 500 g P 80 9 - 10 ja
Tip: Snij groenten in kleine stukjes en bereid ze met 2-3 lepels
vloeistof. Roer ze af en toe door. Laat ze 5 minuten sudderen en
breng ze op smaak voordat u ze serveert
Eetwaren/levens-
middelen
Hoeveel-
heid
Vermo-
gensin-
stelling
Time on-
geveer
min
Afdekking
Fruit
Appel of peren-
compote
500 g P 80 5 - 8 ja
Pruimenboter 250 g P 80 4 - 6 nee
Rabarbermoes 250 g P 80 5 - 8 ja
Gepofte appel,
4 stuks
500 g P 80 7 - 9 ja
Tip: Het toevoegen van 125 ml water of citroensap voorkomt dat
het fruit verkleurt. Laat het fruit 3-5 minuten doorkoken.
Vlees met jus 400 g P 80 10 - 12 ja
Goulash, kalfs-
strips
500 g P 80 10 - 15 ja
Runderrollade 250 g P 80 7 - 8 ja
Tip: Af en toe doorroeren. Laat het 3-5 minuten rusten.
Kipfricassee 250 g P 80 6 - 7 ja
Kippensoep 200 g P 80 5 - 6 ja
Tip: Af en toe doorroeren. Laat het 3-5 minuten rusten.
Vis
Vislet
300 g P 80 7 - 8 ja
400 g P 80 8 - 9 ja
Tip: Keer de vis halverwege de bereidingstijd om. Laat hem
3-5 minuten sudderen.
Ontdooien en koken van groenten
Rode kool met
appel
450 g P 80 14 -16 ja
Spinaziebladeren 300 g P 80 11 - 13 ja
Bloemkool 200 g P 80 7 - 9 ja
Snijbonen 200 g P 80 8 - 10 ja
Broccoli 300 g P 80 8 - 9 ja
Erwten 300 g P 80 7 - 8 ja
Knolraap 300 g P 80 13 -15 ja
Prei 200 g P 80 10 - 11 ja
Maïs 200 g P 80 4 - 6 ja
Wortelen 200 g P 80 5 - 6 ja
Spruiten 300 g P 80 7 - 8 ja
Spinazie
450 g P 80 12 - 13 ja
600 g P 80 15 - 17 ja
Tip: Kook de groenten met 1-2 lepels vloeistof. Roer ze af en toe
door of snij ze jn. Laat ze 2-3 minuten doorkoken; breng ze op
smaak voor het serveren.
Hutspot 500 g P 80 13 - 15 ja
Gevulde soep 300 g P 80 7 - 8 ja
Crèmesoep 500 g P 80 13 - 15 ja
Tip: Af en toe doorroeren. 3-5 minuten laten doorkoken.
*) Kant-en-klare levensmiddelen.