18
Veiligheidsvoorschriften
Lees en volg alle instructies in deze handleiding en op de warmtepomp. Het niet in acht nemen van deze
instructies kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen, of de warmtepomp beschadigen.
* Installatie van de warmtepomp dient te geschieden conform de ter plaatse geldende voorschriften, en de
voorschriften in deze handleiding.
* Dit is geen SPEELGOED. Laat kinderen niet alleen en zonder toezicht in de buurt van de warmtepomp.
* Kinderen mogen nooit de warmtepomp bedienen.
* Deze warmtepomp mag niet gebruikt worden door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vaardigheden, of met gebrek aan ervaring en kennis, mits zij instructies hebben gekregen aangaande het
veilig gebruik van de warmtepomp, en onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
* Het niet navolgen van de veiligheidsvoorschriften kan elektrische schokken, waterlekkage, brand,
beschadiging van de warmtepomp of andere producten, zwaar persoonlijk letsel of de dood tot gevolg
hebben.
* Voor de installatie, en vervolgens nogmaals voor het eerste gebruik, dient het gehele product geïnspecteerd
te worden, alvorens de warmtepomp op te starten.
* De warmtepomp dient uitsluitend te worden geïnstalleerd door gekwalificeerde personen.
* De warmtepomp moet voorzien zijn van een correcte elektrische aansluiting en aarding en zijn afgezekerd
met een juiste zekering. Neem bij twijfel contact op met een gekwalificeerde elektricien.
* Gebruik de warmtepomp NIET wanneer deze beschadigd is. Wanneer u merkt dat de warmtepomp niet
normaal functioneert of een vreemde lucht afgeeft, dient u deze gelijk uit te schakelen. Neem vervolgens
contact op met een gekwalificeerde technicus.
* De warmtepomp dient alleen te worden verplaatst door een gekwalificeerde technicus.
* Probeer NIET zelf de warmtepomp te repareren, hierdoor vervalt de garantie.
* Probeer NIET zelf de warmtepomp te demonteren, hierdoor vervalt de garantie.
* Schakel altijd de stroom naar de warmtepomp uit alvorens onderhoud aan de warmtepomp of het
watersysteem uit te voeren, of deze schoon te maken.
* Gebruik geen ontvlambare schoonmaakmiddelen om de warmtepomp schoon te maken.
* Plaats of gebruik de warmtepomp niet in de nabijheid van giftige stoffen, ontvlambare of brandbare
vloeistoffen zoals benzine, of explosieve of ontvlambare dampen.
* Steek geen lichaamsdelen, (loszittende) kleding of andere voorwerpen in de openingen van de warmtepomp.
* Plaats de warmtepomp op een stabiele ondergrond, zodat deze niet scheef kan gaan staan of omvallen.
Bovenstaande veiligheidsinstructies vormen geen volledige lijst van alle mogelijke risico’s en
verwondingen. Eigenaars en gebruikers van de warmtepomp dienen dit apparaat met voorzichtigheid en
gezond verstand te gebruiken.
Let op: Deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving aangepast worden indien het toestel op
enige manier gewijzigd wordt.