28
Onderstaande afbeelding geeft de minimaal vereiste vrije ruimte aan elke zijde van de warmtepomp weer.
3.2 Afstand tot het zwembad
Installeer de warmtepomp zo dicht mogelijk bij het zwembad om warmteverlies via de leidingen te
beperken. Normaal gesproken wordt de warmtepomp binnen een straal van 7,5 meter van het zwembad
geïnstalleerd. Hoe groter de afstand tot het zwembad, hoe meer warmte er verloren via de leidingen.
Wanneer een groot deel van de leidingen onder de grond liggen is het warmteverlies minimaal voor
afstanden tot 30 meter (15 meter van en naar de pomp = 30 meter in totaal), tenzij de grond nat is of het
waterniveau erg hoog staat. Het warmteverlies per 30 meter kan ruwweg worden berekend op 0.6kw/uur
(2000 BTU) per 5°C temperatuurverschil tussen het zwembadwater en de grond rond de buis, wat zich
vertaald naar een 3-5% langere gebruikstijd.
3.3 Aansluiting van de bypass
KRAAN 1 – Licht gesloten
(waterdruk neemt toe van 10 naar 20 bar)
KRAAN 2 – Geheel open
KRAAN 3 – Half open
Instelling van de kraan van de bypass:
- Zet alle drie de kranen geheel open
- Sluit kraan 1 een klein beetje
- Sluit kraan 3 tot ongeveer halverwege om de
druk van het koudemiddel aan te passen.