25
nl
Voorbeeld van het
rangschikken
Fig. Q
Koelkast A
Op de roosters (3), van boven naar
beneden: brood en (zoete)
bakkerswaren, klaargemaakte
gerechten, melkproducten.
Op de glasplaat (7): vlees en
vleeswaren.
In de groenteladen (8): fruit, groente en
tuinbouwproducten.
In het eierrekje (9): eieren.
In de vakken (10): kaas en boter.
In het rek (12): potten, tubes, kleine
flessen.
In het flessenrek (13): grote flessen.
Vrieskast B
In de bovenste lade (14): invriezen van
levensmiddelen, maken van ijs, bewaren
van producten.
In de onderste laden: bewaren van
levensmiddelen.
Let op de koudezones in
de koelruimte!
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
ontstann verschillende koudezones.
De zone voor gevoelige levensmiddelen
bevindt zich, afhankelijk van het model,
helemaal onderaan tussen de aan de
zijkant afgebeelde pijl en de glasplaat
eronder
(afb. !1/1 en 1/2). of tussen de twee
pijlen) (afb. !2/1 en /2).
Ideaal voor het opslaan van vlees, vis,
worst, gemengde salades etc.
Invriezen/Bewaren
van levensmiddelen
en maken van
ijsblokjes
Wanneer
diepvriesproducten
worden gekocht,
rekening houden met het
volgende:
• Alleen producten kopen waarvan de
verpakking in perfecte staat verkeert.
• Geen producten kopen waarvan de
houdbaarheidsdatum is verlopen.
• De vitrines van het winkelbedrijf waar
de producten worden gekocht in de
gaten houden. De vrieskast dient over
een goed zichtbare thermometer te
beschikken. De temperatuur die deze
thermometer aangeeft, moet lager zijn
dan - 18ºC.
• Wacht u bij het boodschappen doen
altijd als laatste met de
diepvriesproducten. Wikkelt u deze
producten in een paar lagen
krantenpapier of doet u ze in een
koeltas om ze naar huis te vervoeren.
Ervoor zorgen dat het overbrengen
naar huis zo snel rnogelijk plaatsvindt.
Eenmaal thuis aangekomen de
producten onmiddellijk in de vrieskast
plaatsen.