29
nl
Schoonmaken
Alvorens te beginnen met het uitvoeren
van elke willekeurige
schoonmaakwerkzaamheid, te allen tijde
de stekker uit het stopcontact halen of
de zekering uitschakelen/losdraaien.
De koelkast eenmaal per maand
schoonmaken.
De vrieskast telkens wanneer deze
wordt ontdooid schoonmaken.
Voorkomen dat er gedurende het
schoonmaken water terechtkomt in de
bedieningsknoppen of in de lampjes.
Met uitzondering van de afdichting van
de deur, alle delen van het apparaat
schoonmaken met een oplossing van
een zacht reinigingsmiddel in lauw
water. Nooit schoonmaakmiddelen
gebruiken die zuren of oplosmiddelen
bevatten. De afdichting van de deur
simpelweg afspoelen met helder water
en deze vervolgens goed afdrogen.
Het afvoergootje (fig. I/5) en het
afvoergat (fig. I/6) die zich in de
koelkast bevinden vaker schoonmaken,
zodat het water vrij kan circuleren. Een
tandenstoker of een soortgelijk voorwerp
gebruiken om de gaten van de afvoer
schoon te maken. Voorkomen dat er
schoonmaakwater valt in het
verdampingsbakje van de compressor.
Het meubel van het apparaat kan
worden schoongemaakt met elk
willekeurig schoonmaakmiddel dat
geschikt is voor geverfde oppervlakken.
Terwijl deze handeling wordt verricht de
deur van het apparaat gesloten houden,
teneinde te voorkomen dat het middel bij
de plastic delen van het apparaat kan
komen, ofwel op de afdichting van de
deur kan vallen.
Nadat het schoonmaken is beëindigd,
het apparaat weer aansluiten en in
werking stellen.
Tips om stroom te
besparen
• Het apparaat plaatsen in een droge,
koele en gemakkelijk te ventileren
kamer. Het apparaat niet blootstellen
aan direct zonlicht en het al evenmin
plaatsen dichtbij een warmtebron
(radiator/oven, etc.).
• Maaltijden goed laten afkoelen
alvorens ze in het apparaat te zetten.
• Wanneer u gaat ontdooien de
ingevroren producten in de koelkast
plaatsen. De koude die deze
producten afgeven helpt bij het koelen
van de levensmiddelen die zich in de
koelkast bevinden.
• Ontdooien telkens wanneer zich een
dikke laag ijs of rijp heeft gevormd.
• De vorming van rijp beïnvloedt het
rendement van het apparaat,
verhindert de overbrenging van koude
op de producten en verhoogt het
stroomverbruik.
• Het regelmatig openen van de deur
voorkomen. Ervoor zorgen dat het in-
en uitladen zo snel mogelijk gebeurt,
zodat de deur zo kort mogelijk open
blijft staan. Hoe vaker de deur van het
apparaat wordt geopend of open
wordt gelaten, hoe eerder zich rijp zal
vormen op de vriesplaat.