5
De volgende richtlijnen moeten worden nagevolgd:
Gasflessen met ventiel en drukregelaar moeten loodrecht in de daarvoor bestemde kast
gezet worden, de toegang tot de fles mag niet versperd zijn.
Het verwisselen van de gasfles moet snel en zonder obstakels uit te voeren zijn.
“NA GEBRUIK GASFLES AFSLUITEN”
LET OP!
Tijdens het verwisselen van de gasfles moeten de volgende voorzorgsmaatregelen
worden genomen:
a) Gaskraan afsluiten (Draaiknop op “0”)
b) Controleer of er geen vuur of gloeiende objecten in de buurt zijn
ventiel op de om te wisselen fles dichtdraaien
c) Ventiel van de om te wisselen gasfles sluiten.
d) De drukregelaar van de lege fles afdraaien, lege fles met nieuwe fles omruilen en
deze fles aansluiten.
Op lekgas controleren door gebruik van zeep, zoals eerder vermeld.
e) Brander ontsteken en controleren op normale werking. Anders contact opnemen
met een gespecialiseerde technicus
3,1 KAST VOOR GASFLESSEN
De kast waar de gasfles in staat moet ruim genoeg zijn om de gasfles met gemonteerde
drukregelaar eenvoudig uit de kast te kunnen halen.
4. VLAM CONTROLE
a) De vlam moet rustig branden. Zij moet blauw zijn met duidelijke omlijning
b) Als de vlam niet schoon brandt, moet worden gecontroleerd of de
ventilatieopeningen vrij zijn. Zo niet, dan deze reinigen.
5. ELECTRISCHE AANSLUITING:
Het apparaat werkt op 12 volt gelijkstroom
ELECTRISCHE AANSLUITING
Voor de aansluiting van het apparaat moet een twee-aderige kabel gebruikt worden –
1,5 mm2 rode en zwarte kabel- en aangesloten aan de klem welke zich aan de
achterkant van het apparaat bevindt. Op deze klem zijn de beide polen met een + en –
aangeduid. De positieve pool is aan de rode kleur herkenbaar. Bij het aansluiten van de