TEMPERATUURVENSTER
Het basisstation meet de temperatuur binnen en ontvangt de gegevens van
maximaal 3 losse sensoren. Wanneer u meerdere sensoren gebruikt dient u elke
sensor op een apart kanaal in te stellen. De temperatuur kan zowel in graden Celsius
als graden Fahrenheit worden weergegeven. Tevens kunt u bij de sensor een
temperatuuralarm programmeren. Daarbij hoort u een geluidsignaal wanneer de
sensor een waarde onder – of boven een ingestelde temperatuur meet.
Bediening van het temperatuurvenster.
VOORDAT U MET DE IN DIT HOOFDSTUK BESCHREVEN HANDELINGEN KUNT BEGINNEN
DRUKT U ALSTUBLIEFT EERST OP DE OMHOOG ▲ OF OMLAAG ▼ KNOP TOTDAT U LINKS
HET SYMBOOL VAN DE KAMERTEMPERATUUR ZIET KNIPPEREN.
Zoeken naar het sensor signaal.
U kunt het zoeken naar de sensor handmatig starten door de OMLAAG ▼toets
gedurende 3 seconden ingedrukt te houden. Een golf pictogram geeft daarbij de
ontvangststatus van het actieve kanaal van de betreffende sensor aan.
SYMBOOL STATUS
ZOEKT HET SIGNAAL VAN DE SENSOR
SIGNAAL VAN DE SENSOR SUCCESVOL ONTVANGEN
GEDURENDE MEER DAN 1 UUR GEEN SIGNAALONTVANGST
Met dit zoekproces zoekt het basisstation naar dezelfde sensor die reeds aangemeld
is. Wanneer u de batterijen van de sensor vervangen heeft is er een nieuwe code
aangemaakt en kan het basisstation de zender niet meer vinden. Dit kunt u als volgt
oplossen:
- Verwijder de batterijen uit het basisstation en plaatst u nieuwe exemplaren of
- Indien de batterijen nog goed zijn dient u een nieuwe koppeling te maken
door de OMLAAG ▼gedurende 3 seconden ingedrukt te houden en zodra
het golf pictogram knippert nogmaals de OMLAAG ▼gedurende 3 seconden
in te drukken. Nu begint ook de temperatuur aanduiding te knipperen en
wordt een nieuwe sensor gezocht en gekoppeld.
Temperatuuraanduiding van de sensor.
EENMALIG: Druk op de kanaal toets om de temperatuur van het betreffende kanaal
1, 2 of 3 te laten weergeven.
AUTO SCAN: u kunt de temperatuur van alle in gebruik zijnde sensoren achter elkaar
gedurende telkens 5 seconden laten weergeven door de Kanaal toets ingedrukt te
houden totdat het “kringsymbool” verschijnt.
