Installatievoorschrift
26
• Meting gasvoordruk
Meet de gasvoordruk tijdens bedrijf op hoogstand. De meetnippel voor het meten van de
voordruk bevindt zich op het gasregelblok (5), zie ook figuur 26. De gasvoordruk op hoogstand
dient minimaal 20 mbar (=2kPa) te zijn. De branderdrukinstelschroef is in de fabriek afgesteld
en verzegeld. De branderdruk kan alleen met behulp van nauwkeurige CO2-meetapparatuur
worden gemeten. Verander bij afwijkingen niet zelf de afstelling, maar raadpleeg de brochure
Combifort® ‘Instellen en Afregelen’ of neem contact op met Daalderop.
• Boiler starten
Bij het starten van het boilergedeelte van het toestel gaat u als volgt te werk:
1. Draai de kamerthermostaat op minimum.
2. Schakel de boileropwarming in door de warm watertoets in te drukken. Het indicatie-
lampje ‘aan’ zal gaan branden. De driewegklep (22) zal richting boilerstand worden
gestuurd en de boiler wordt opgewarmd (statusmelding code 1.).
3. Controleer tijdens het opwarmen van de boiler of er inderdaad expansiewater in de
trechter van de inlaatcombinatie komt.
4. Draai de kamerthermostaat terug op de gewenste stand.
De volgende codes kunnen op het statusdisplay verschijnen:
1. - Warmtevraag boiler
2. - Warmtevraag woning
3. - Warmtevraag boiler en woning,
voorrang boileropwarming
4. - Warmtevraag boiler en woning.
OPMERKING!
In het geval dat de kamer-
thermostaat eveneens
vragend is, zal de boiler- en
woningvraag gelijktijdig
afgehandeld worden
(statusmelding code 4.).