Combifort®
Installatievoorschrift
27
4 BUITEN BEDRIJF STELLEN
4.1 BUITEN WERKING STELLEN
• Cv-circuit buiten bedrijf stellen
1. Laat de steker van het toestel in de wandcontactdoos zitten.
2. Draai de kamerthermostaat op minimum. De boiler zal op temperatuur gehouden worden.
Geadviseerd wordt de kamerthermostaat in de winter niet lager dan 15 °C in te stellen. Om
bevriezing van de installatie te voorkomen is het raadzaam om alle radiatorkranen geheel of
gedeeltelijk open te laten staan.
• Boiler buiten bedrijf stellen
1. Laat de steker van het toestel in de wandcontactdoos zitten.
2. Schakel de boileropwarming uit door op de boilertoets te drukken. Het indicatielampje 'aan'
zal uitgaan (de vorstbeveiliging schakelt in bij een boilertemperatuur beneden 10 °C).
4.2 AFTAPPEN VAN HET TOESTEL
• Boiler aftappen
Hoe de boiler afgetapt kan worden is afhankelijk van de toegepaste inlaatcombinatie waarop het
toestel is aangesloten.
1. Heeft de door u toegepaste inlaatcombinatie een aftapkraan, zoals bij de Daalderop inlaat-
combinatie (artikelnr. 07.92.64.051), ga dan als volgt te werk:
a. Sluit de hoofdkraan van de waterleiding of de stopkraan van de inlaatcombinatie.
b. Draai - indien aanwezig - de aftapkraan van de inlaatcombinatie open.
c. Open een warmwaterkraan in de woning. Het water uit de boiler zal nu via de
trechter van de inlaatcombinatie in het riool wegstromen.
2. Heeft de door u toegepaste inlaatcombinatie geen aftapkraan, volg dan deze procedure:
a. Draai de stopkraan van de inlaatcombinatie dicht.
b. Draai één warmwaterkraan open en dan weer dicht. Nu is de druk van de boiler.
c. Koppel de bovenzijde van de inlaatcombinatie los bij de koudwateraansluiting van
het toestel.
d. Sluit een slang op deze aansluiting aan.
e. Leg het andere einde van de slang in een afvoer van het riool.
f. Open een warmwaterkraan in de woning. Het water zal nu via de slang naar het
riool lopen.
• Cv-circuit aftappen
1. Trek de steker van het toestel uit de wandcontactdoos.
2. Zet de driewegklep (22) in de middenstand door de bedieningsknop in te drukken tot deze
vergrendelt (fig. 25).
3. Laat de installatie door middel van de vul- of aftapkraan leeglopen.
07.98.91.845.2
LET OP!
De installatie moet wel
vorstvrij gehouden worden.
De ingebouwde vorst-
beveiliging zorgt er uitsluitend
voor dat het toestel niet
bevriest.