Installatievoorschrift
Combifort®
31
6 STORINGEN
Een storing kan veroorzaakt worden door het niet
goed functioneren van de cv-installatie of van het toe-
stel. De Combifort® kent drie soorten storingen die
gemeld kunnen worden, namelijk:
• Waarschuwingsmeldingen
Een waarschuwingsmelding is herkenbaar aan een
letter die eens in de vijf seconden een seconde lang
op het statusdisplay verschijnt. Het toestel blijft in
bedrijf, maar de functie waar de waarschuwingsmel-
ding betrekking op heeft, wordt uitgeschakeld of
genegeerd (fig. 30).
• Blokkeringsmeldingen
Een blokkering is een fout die optreedt, maar die
geen storing tot gevolg heeft. Het toestel wacht tot
de blokkering is verdwenen en gaat weer in normaal
bedrijf verder. Een blokkering wordt aangegeven door
een permanent oplichtende letter op het statusdisplay
(fig. 31).
• Storingsmeldingen
Een storing is een fout die ertoe leidt dat het toestel
via de regelunit buiten werking wordt gesteld en
vergrendeld wordt. Het toestel kan alleen ontgrendeld
worden door op de resettoets te drukken. Een storing
wordt aangegeven door een knipperend cijfer of letter
op het statusdisplay.
Probeer de storing eerst te verhelpen door eenmaal
op de resettoets te drukken. Mocht het toestel niet
ontgrendelen probeer het dan nog eens na ca.
15 seconden. Blijft de storing bestaan, raadpleeg dan
de brochure Combifort® ‘Storingen en Blokkeringen’.
In figuur 32 staat de betekenis van de verschillende
cijfers.
• Meldingen bij OpenTherm®
Bij toepassing van bepaalde typen/merken mo-
dulerende kamerthermostaten volgens het
OpenTherm®-communicatieprotocol, zoals de
Honeywell Chronotherm modulation, worden de
onderstaande meldingen op het display van de
kamerthermostaat weergegeven.
• Waarschuwingsmeldingen
Knipperend kraantje, radiatoren en één vlammetje*.
• Blokkerings- en storingsmeldingen
Knipperend display en een permanent oplichtend sleutelsymbool.
Voor meer informatie over de storingsuitlezing, zie de brochure Combifort® ‘Storingen en
Blokkeringen’.
* Voor de betekenis van de symbolen, zie de gebruiksaanwijzing van uw thermostaat.
Boilersensorwaarde niet juist
(waarde , -10 o of > 118 oC)
Cv-druk niet juist, het vermogen wordt
begrensd op laagvermogen
(waarde tussen -0,1 en 0,5 of 3 en 4 bar)
Cv-retoursensor niet juist
(waarde < -10 o of > 118 oC)
Buitensensor waarde niet juist
(waarde < -10 o of > 118 oC)
= een statusmelding
WAARSCHUWINGSMELDINGEN
2 Ventilator (3) defect
3 Ten onrechte ionisatie(vlam)signaal
3. Geen ionisatie(vlam)signaal tijdens startprocedure
4 Ionisatiesignaal weggevallen tijdens
warmtelevering
4. Ionisatiesignaal blijft na warmtelevering
te lang aanwezig
6. Onvoldoende doorstroming cv-water
7 Onvoldoende doorstroming cv- water
bij boileropwarming
7. Onvoldoende doorstroming cv-water bij
woningopwarming
8 Maximaalthermostaat (10) schakelt uit en cv-druk
is lager dan 0,5 bar
9 Maximaalthermostaat (10) schakelt uit en
cv-watertemperatuur is meer dan 80 oC
9. Veiligheidsstoring regelunit
letter Interne storing regelunit
■ Donker display, geen spanning
STORINGSMELDINGEN
Figuur 32: Storingsmeldingen