Veiligheidsinstructies voor wasmachine en -droger (Vervolg)
Veiligheidsinstructies voor wasmachine en -droger
Ken uw verantwoordelijkheid
• Gebruik chloorbleekmiddel en ammoniak of zuur (zoals azijn of roestverwijderaar) niet in dezelfde was. Dit kan
gevaarlijke dampen vormen.
• Trek de netstekker uit, alvorens uw wasmachine te onderhouden.
• Was geen materiaal dat glasvezels bevat.
Kleine deeltjes kunnen blijven steken in stoffen van volgende wasladingen en tot huidirritatie leiden.
• Spuit geen water op het bedieningspaneel van de wasmachine.
Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
• Als bij modellen met twee inlaatkleppen slechts één inlaatklep wordt aangesloten, kan aan de niet-aangesloten
waterinlaatklep lekkage optreden.
• Dit apparaat moet worden geaard.
• Om elektrische schokken te voorkomen, dient voor de aardverbinding een metalen pijp te worden gebruikt.
• Droog geen ongewassen textiel in de droogtrommel.
• Textiel dat verontreinigd is met stoffen zoals spijsolie, aceton, alcohol, benzine, petroleum, vlekkenmiddel,
terpentijn, was en wasverwijderaar, dient te worden gewassen in warm water met een extra dosis wasmiddel,
alvorens het in de droogtrommel wordt gedroogd.
• Voorwerpen zoals schuimrubber (latexschuim), douchekapjes, waterdicht textiel, artikelen met een rubberen rug,
kledingstukken of kussens met schuimrubberen vullingen mogen niet in de droogtrommel worden gedroogd.
Bewaar deze instructies
Wij hechten veel belang aan uw veiligheid.
Om het risico van brand, elektrische schokken of letsel tijdens het gebruik van de wasmachine te beperken, dienen
de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te worden genomen.
Lees alle instructies alvorens de wasmachine in gebruik te nemen!
• Brandbare vloeistoffen (oplosmiddelen voor
chemische reiniging, petroleum, benzine enz.)
mogen niet worden gebruikt of opgeslagen in of in
de buurt van de wasmachine. Voeg geen brandbare
vloeistoffen aan het waswater toe. Deze stoffen
geven dampen af die een brand of explosie kunnen
veroorzaken.
• Na het starten van een wasprogramma, mag u niet
meer in de wasmachine grijpen, tot alle bewegingen
gestopt zijn.
• Knoei niet met de bedieningselementen.
• Het apparaat is niet bedoeld om zonder toezicht te
worden gebruikt door jonge kinderen of
zwakbegaafde personen.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door de fabrikant, zijn klantenservice of
een andere gekwalificeerde persoon, om risico’s te
voorkomen.
• Als het apparaat via een verlengsnoer of
stekkerdoos wordt gevoed, dient deze zo te worden
geplaatst, dat er geen water op kan spatten of vocht
in kan binnendringen.
• Laat uitsluitend gekwalificeerde personen
onderdelen van de wasmachine installeren,
repareren of vervangen.
• Onderhoud de wasmachine goed.
• Stel de wasmachine in een vorstvrije ruimte op en
bescherm de machine tegen het weer.
• Stel de machine niet op in een zeer vochtige ruimte.
Dit kan elektrische schokken of een kortsluiting
veroorzaken.
• Sluit de wasmachine op een geschikte contactdoos,
watertoevoer en waterafvoer aan.