Beperking tussentijdse temperatuuraanpassingen
Hiermee kan de installateur het aantal graden beperken waarmee
u de geprogrammeerde temperatuur tussentijds kunt aanpassen.
Ook kan de installateur hiermee regelen hoe lang een tussentijdse
temperatuuraanpassing van kracht blijft.
Toetsenbord vergrendelen
Hiermee kan de installateur de toetsen begrenzen of geheel blokkeren
om onbevoegd wijzigen van programmawaarden en begrenzingen
van tussentijdse aanpassingen te voorkomen.
Wat gebeurt er met de thermostaat als de batterijen leeg zijn?
Als de batterijen niet binnen 15 dagen na een melding van lage
batterijspanning worden vervangen, schakelt de thermostaat
zichzelf uit. Onder normale omstandigheden schakelt de thermostaat
de afsluiter of de verwarmingsketel die hij regelt, uit. In extreme
klimaatomstandigheden kan uitschakeling van de verwarming
ertoe leiden dat het gebouw bevriest. Om dit te voorkomen, kan de
installateur de thermostaat zodanig instellen dat hij de verwarming
juist inschakelt als de batterijen het laten afweten. Dit vergt weliswaar
meer brandstof, maar voorkomt schade aan het gebouw. Controleer
in voorkomende gevallen of de installateur deze functie correct heeft
ingesteld.
Overzicht van door de installateur te selecteren
mogelijkheden die de werking van uw thermostaat
kunnen beïnvloeden
Beperking temperatuurbereik
Hiermee kan de installateur de bovenste en de onderste
temperatuurlimiet programmeren. Zo kan hij grenzen stellen aan
de hoogste en laagste temperatuur die u op de thermostaat kunt
instellen.
Instructies voor gebruik
NL