6
NL
2 / INSTALLATIE VAN DE VAATWASSER
• AFVOER VAN AFVALWATER: FIG. 2
U kunt het uiteinde van de afvoerslang aanslui-
ten
- op een geventileerde sifon.
- of op de sifon van de gootsteen.
Bij de aansluiting op een sifon moet u de afsluiter
van de sifon verwijderen. Dan het rubber uiteinde
er helemaal in steken. Tenslotte een klembeugel
aanbrengen .
Tip :
Ervoor zorgen dat de afvoerslang stevig
op zijn plaats blijft zitten met behulp van een
koppelstuk om overstromingen te voorkomen.
De afvoeraansluiting moet zich bevinden op een
hoogte gelegen tussen 0.40 m (min.) en 0.90 m
(max.) van de vloer.
Gelieve de maximum insteekafmetingen van de
afvoerbuis in de buis van de syphon te volgen.
P10
U kunt zonodig de slang verlengen (3
meter max.). In dit geval moet u wel contro-
leren of het water naar behoren wegloopt.
De slang moet op de vloer liggen en pas
verticaal naar boven worden geleid vlakbij
het afvoersysteem.
Als u het apparaat in een kolom installeert,
mag het afvoersysteem niet boven de vaat-
wasser liggen en moet het zich op zijn
minst op 20 cm afstand van de onderzijde
van het apparaat bevinden.
Belangrijk :
Bij het plaatsen van de slang, hem
er geleidelijk aan uittrekken om hem niet
te knikken
.
Voorkom knikken en
draaien van de slang zodat het water vri-
jelijk door de slang kan stromen.
B