l Controleer de mobiele breedbanddienst – Neem contact op met de mobiele breedbandnetwerkprovider om het dekkingsgebied en de ondersteunde
dienstenteverifiëren.
Activeer de mobiele breedbandkaart —
Voordat u een internetverbinding maakt, moet u de mobiele breedbanddienst activeren via uw mobiele provider. Raadpleeg voor instructies en additionele
informatie over het gebruik van de Dell Mobile Broadband Card Utility (Mobiel breedbandhulpprogramma van Dell) de handleiding. Deze is beschikbaar via het
Windows Help and Support Center. Raadpleeg voor het openen van Help en ondersteuning Windows help en ondersteuning. De handleiding is eveneens
beschikbaar via de Dell Support-website op support.dell.com en op de cd die met de mobiele breedbandkaart werd geleverd als u deze afzonderlijk van de
computer hebt besteld.
Problemen met de ExpressCard
Controleer de kaart —
Controleer of de kaart op juiste wijze in de kaartsleuf is ingevoerd.
Controleer of de kaart door Windows wordt herkend —
Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk van Windows. Controleer of de kaart in de lijst wordt vermeld.
Als u problemen hebt met een door Dell geleverde kaart —
Neem contact op met Dell. Zie Contact opnemen met Dell.
Als u problemen hebt met een kaart die niet door Dell is geleverd —
Neem contact op met de fabrikant van de ExpressCard.
Problemen met de stroomvoorziening
Controleer het stroomlampje —
Als het stroomlampje brandt of knippert, is de computer van stroom voorzien. Als het stroomlampje knippert, bevindt de computer zich in de standby-modus—
druk op de aan/uit-knop om de standby-modus te verlaten. Als het lampje niet brandt, moet u de aan/-uit-knop indrukken om de computer aan te zetten.
Laad de batterij op —
Mogelijk is de batterij leeg.
1. Installeer de batterij opnieuw.
2. Gebruik de netadapter om de computer op een stopcontact aan te sluiten.
3. Zet de computer aan.
Controleer het statuslampje van de batterij —
Als het batterijstatuslampje oranje knippert of aanhoudend oranje is, is de batterij leeg of bijna leeg. Steek de stekker van de computer in het stopcontact.
Als het batterijstatuslampje afwisselend groen en oranje knippert, is de batterij te heet om opgeladen te worden. Zet de computer uit, koppel de computer los
van het stopcontact en laat de batterij en de computer afkoelen tot kamertemperatuur.