45
NEDERLAND
Zet het apparaat in het vertrek dat ontvochtigd moet worden:
Het is van fundamenteel belang dat aan de voorkant van het ontvochtigingsapparaat min-
stens 50 cm ruimte gelaten wordt, om de lucht niet te belemmeren. Voor een goede verluch-
ting, wordt aangeraden achteraan het apparaat een ruimte van ongeveer 5-10 cm te laten.
De afvoer van het condensatiewater kan op twee manieren plaatsvinden:
A) Afvoeren in de tank
Het condensatiewater kan rechtstreeks opgevangen worden in de tank binnen in het apparaat
(afb. 1). De tank kan eenvoudig uit het apparaat worden gehaald en heeft een handvat zodat hij
gemakkelijk kan worden opgetild en vervoerd.
B) Afvoer naar buiten
Als u het apparaat lange tijd wenst te laten functioneren zonder dat u de mogelijkheid heeft de
tank herhaaldelijk te legen, raden wij u aan een continue afvoer te gebruiken.
1) Doorboor de afvoertuit met behulp van een boor met een dunne boorpunt (Afb. 2).
2) Bevestig de rubberen slang aan de tuit. Voor de modellen zonder bijgeleverde afvoer-
slang, wordt aanbevolen een rubberen slang te kopen met een lengte van circa 2 m
en een binnendiameter van circa 9,5 mm.
3) Let erop dat de slang geen hoogteverschil moet overbruggen die de hoogte van de
tuit overschrijdt, want dan blijft het water in de tank staan; controleer bovendien of de
slang niet bekneld zit (Afb. 3).
N.B.: Bewaar het rubber dopje: dit kan zowel worden gebruikt om de slang af te sluiten
alsook de tuit, als u het condensatiewater weer wilt laten afvoeren in de tank (zie
punt A).
Installatie
afb. 1
afb.2
afb. 3
NEEN
JA