44
Onderhoud
Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u met het onderhoud of de reiniging begint.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen stromend water om het ontvochtigingsapparaat
schoon te maken.
Reiniging van de buitenkant
• Maak de buitenkant schoon met een vochtige doek en droog af met een droge doek.
• Gebruik nooit benzine, alcohol of oplosmiddelen.
• Spuit nooit insecticide of een gelijkaardig product op het apparaat. Het plastic kan hier-
door vervormen.
Reiniging van de luchtfilter
Wanneer de filter vuil is, wordt de luchtcirculatie bemoeilijkt en ver-
mindert de efficiëntie van het ontvochtigingsapparaat.
Daarom is het een goede gewoonte de filter geregeld schoon te
maken. De regelmaat van deze handeling moet op de omgeving
en de werkingsduur worden afgestemd. Ingeval van een con-
stant/systematisch gebruik, is het raadzaam de filter wekelijks
schoon te maken.
•Verwijder de luchtfilter door de tank te verwijderen en de fil-
ter uit te trekken (fig. 4).
• Gebruik een stofzuiger om stof op de filter te verwijderen.
Als de filter erg vuil is, kunt u hem met lauw water wassen en
meerdere malen afspoelen.
Het water mag niet warmer zijn dan 40°C.
Laat de filter goed drogen voordat u hem weer op zijn
plaats brengt.
Als het apparaat langere tijd niet gebruikt wordt
•Trek de stekker uit het stopcontact en maak de tank leeg.
• Maak de filter schoon en plaats hem terug.
• Bedek het apparaat met een plastic zak, om het te
beschermen tegen stof.
Reiniging/Waarschuwingen
fig. 4