88
ONDERHOUD EN REINIGING
Gevaar op elektrische schokken!
Voordat
reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd,
dient het apparaat uitgeschakeld en losgekoppeld
te zijn van het elektriciteitsnet.
Dompel het apparaat nooit onder in water.
Attentie! Gevaar op verbrandingen.
Laat
het apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
Attentie!
• Gebruik voor de reiniging van het apparaat
geen oplosmiddelen, schurende reiniging-
smiddelen of alcohol.
• Geen enkel onderdeel van het apparaat mag in
de vaatwasser afgewassen worden.
• Gebruik geen metalen voorwerpen om vastge-
koekte of afgezette koffie te verwijderen,
omdat deze de metalen of plastic oppervlak-
ken kunnen beschadigen.
Lediging van het drupbakje
Attentie!
Als het drupbakje (A11) niet regel-
matig geledigd wordt, kan het water over de rand
stromen en in of opzij van het apparaat terechtko-
men.
Dit kan het apparaat, het werkvlak of de omlig-
gende zone beschadigen. Het drupbakje is voor-
zien van een indicator van het waterniveau, die
bestaat uit een rode vlotter die wordt opgetild
wanneer het niveau van het water in het drupbak-
je stijgt.
Ledig het drupbakje voordat de rode indicator uit
het opzetvlak treedt (fig. 18).
Om het bakje te verwijderen:
1. Open het deurtje (fig. 19);
2. Verwijder het drupbakje en het bakje voor kof-
fiedik (fig. 20);
3. Ledig het drupbakje en het bakje voor koffie-
dik (A9);
4. Breng het drupbakje compleet met bakje voor
koffiedik (A9) in;
5. Sluit het deurtje.
Reiniging van het apparaat
De volgende onderdelen van het apparaat moeten
periodiek gereinigd worden:
- waterreservoir (A7),
- drupbakje (A11),
- bakje voor koffiedik (A9),
- spuitmonden van de afgiftegroep koffie (A14)
en het pijpje voor warm water/cappuccino-
mondstuk (A15),
- trechter voor inbrengen van voorgemalen kof-
fie (A4),
- binnenkant van het apparaat, alleen toeganke-
lijk nadat het deurtje is geopend (A12),
- zetgroep (A8).
Reiniging van het waterreservoir
1. Reinig periodiek (circa eens per maand) het
waterreservoir (A7) met een vochtige doek en
een beetje mild reinigingsmiddel.
2. Spoel het waterreservoir na de reiniging zorg-
vuldig om alle resten reinigingsmiddel te ver-
wijderen.
Reiniging van het drupbakje
• Reinig het drupbakje (A11) elke keer dat het
geledigd wordt met een vochtige doek en een
beetje mild reinigingsmiddel.
Reiniging van het koffiedikbakje
1. Reinig het bakje voor koffiedik (A9) elke keer
dat het geledigd wordt met een vochtige doek
en een beetje mild reinigingsmiddel.
2. Probeer om vastgekoekte koffieresten met
een tandenstoker te verwijderen. Als dit niet
voldoende mocht zijn, de vastgekoekte koffie-
resten zacht maken door het koffiedikbakje
enkele minuten in water onder te dompelen.
Reiniging van de spuitmonden
1. Reinig het pijpje (A14), zo mogelijk na elk
gebruik, met een sponsje of een doekje (fig.
21).
2. Controleer periodiek (circa eens per maand)
of de gaatjes van de koffieafgiftegroep (A14)
niet verstopt zijn. Verwijder indien nodig aan-
gekoekte koffieresten met een tandenstoker
(fig. 22), een sponsje of een afwasborstel met
harde haren.