88
C6. Toets CAPPUCCINO om cappuccino of
opgeschuimde melk te bereiden.
C7. Selectieknop: rechtsom of linksom
draaien tot het controlelampje van de
hoeveelheid koffie gaat branden.
“mijn koffie” (persoonlijke voorkeur)
espresso
normaal
lungo
extra-lungo
(In het MENU: draaien om te
selecteren).
C8. Selectietoets aroma : druk hierop
tot het controlelampje van het type
koffie dat men wil zetten gaat branden.
voorgemalen
extra licht aroma
licht aroma
normaal aroma
sterk aroma
extra sterk aroma
C9. Spoeltoets : voert een korte spoeling
uit om de zetgroep te verwarmen.
(In het MENU: de toets “ESC” wordt
bediend om de geselecteerde functie af
te sluiten en naar het hoofdmenu terug
te keren).
C10. Toets P voor toegang tot het menu:
C11. Toets : om het apparaat in of uit te
schakelen.
Betekenis van de controlelampjes
Meldt de noodzaak om het apparaat te
ontkalken.
Het koffiedikbakje is vol: het moet
geleegd worden.
Het waterreservoir is leeg: het moet
met vers water gevuld worden.
De functie Automatische inschakeling
is actief.
Het waterfilter is uitgewerkt: vervang
het.
Op het display wordt een alarm
getoond.
Geeft de toets aan die bediend moet
worden om de selectie binnen het
menu te bevestigen.
Geeft de toets aan die bediend moet
worden om het menu of de
geselecteerde functie af te sluiten.
VOORBEREIDENDE
WERKZAAMHEDEN
Controle van het transport
Controleer, na de verpakking te hebben verwij-
derd, of het apparaat intact is en alle accessoires
aanwezig zijn. Gebruik het apparaat niet indien
schade wordt geconstateerd. Wendt u zich tot de
Technische Service.
Installatie van het apparaat
Attentie!
Wanneer het apparaat wordt geïnstalleerd, moe-
ten de volgende veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen:
• Het apparaat geeft warmte aan de omgeving
af. Let op of er een vrije ruimte van minstens
3 cm tussen de zijwanden en de achterkant
van het apparaat en van minstens 15 cm
boven het apparaat aanwezig is. In tegenge-
steld geval kan de warmte blijven hangen en
het apparaat beschadigen.
•Water dat eventueel in het apparaat binnen-
dringt, kan het beschadigen. Plaats het appa-
raat niet in de buurt van kranen of wasbakken.
• Het apparaat kan beschadigd raken als het
erin bevatte water bevriest. Installeer het
apparaat daarom niet in een vertrek waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken.
• Leg het netsnoer zodanig dat het niet bescha-
digd kan raken door scherpe randen of door
contact met warme oppervlakken (bijv. elektri-
sche platen).
Aansluiting van het apparaat
Attentie! Controleer of de netspanning
overeenkomt met de waarde aangegeven op het
gegevensplaatje aan de onderkant van het appa-
raat.
Sluit het apparaat uitsluitend aan op een correct
geïnstalleerd stopcontact met een minimaal ver-
mogen van 10A en voorzien van een doeltreffende
aarding.
88