93
NL
Koffiezetten met koffiebonen
Attentie! Gebruik geen gekarameliseerde
of gekonfijte koffiebonen omdat deze aan de
koffiemaler kunnen blijven kleven en hem
onbruikbaar kunnen maken.
1. Doe de koffiebonen in het hiervoor bestemde
reservoir (A3) (fig. 8).
2. Plaats onder de spuitmonden van de afgifte-
groep koffie:
- 1 kopje, als men 1 kopje koffie wenst (fig. 9);
- 2 kopjes, als men 2 kopjes koffie wenst.
3. Zet de afgiftegroep omlaag zodat hij zo dicht
mogelijk bij de kopjes komt: zo verkrijgt men
een betere crème (fig. 10).
4. Druk op de gewenste afgiftetoets (1 kopje
of 2 kopjes ) (fig. 6 en 11).
5. Het koffiezetten begint en op het display ver-
schijnt de balk die naarmate het koffiezetten
vordert, toeneemt (fig. 12).
Nadat de koffie is gezet, is het apparaat klaar om
opnieuw gebruikt te worden.
Nota Bene!
•Terwijl het apparaat koffie zet, kan de afgifte
op elk moment gestopt worden door op een
van de koffieafgiftetoetsen te drukken ( of
).
• Als men na de afgifte meer koffie in het kopje
wenst, hoeft men slechts op een van de kof-
fieafgiftetoetsen ( of ) te drukken tot
de gewenste hoeveelheid wordt verkregen
(deze handeling moet binnen 3 seconden na
het einde van de afgifte plaatsvinden).
• Als de koffie in druppels of te snel met weinig
crème of te koud wordt afgegeven, moeten de
tips in het hoofdstuk “Oplossing van proble-
men” (pag. 102) worden gelezen.
Koffiezetten met voorgemalen kof-
fie
Nota Bene! Als voorgemalen koffie wordt
gebruikt, kan slechts één kopje koffie per keer
worden gezet.
1. Druk herhaaldelijk op de toets (fig. 13)
totdat het display “KLAAR Voorgemalen”
weergeeft.
Attentie!
•Breng de voorgemalen koffie nooit bij uitge-
schakeld apparaat in, om te voorkomen dat hij
verloren gaat in het apparaat, dat vuil wordt.
In dat geval kan het apparaat beschadigd
raken.
• Breng nooit meer dan 1
afgestreken maatschepje in,
want anders kan het appa-
raat van binnen vuil worden
of kan de trechter verstopt
raken.
2. Breng een afgestreken maatschepje voorge-
malen koffie in de trechter (fig. 14).
3. Plaats een kopje onder de spuitmonden van
de afgiftegroep koffie.
4. Druk op de afgiftetoets voor 1 kopje (fig.
6).
BEREIDEN VAN DRANKEN
MET MELK
Het melkreservoir vullen en
aanbrengen
1. Draai het deksel van het melkreservoir recht-
som totdat een goed voelbare weerstand
wordt overwonnen en verwijder het deksel.
2. Vul het melkreservoir met een voldoende hoe-
veelheid melk, maar zonder het MAX niveau
op de handgreep te overschrijden (fig. 15).
Nota Bene! Gebruik bij voorkeur magere
melk of halfvolle melk op koelkasttemperatuur
(circa 5° C).
3. Controleer of het opvoerbuisje van de melk
(B4) goed op zijn plaats zit onderin het deksel
van het melkreservoir (fig. 16).
4. Plaats het deksel weer op het melkreservoir
en draai het linksom tot het einde van zijn
slag.
5. Verwijder het afgifteblok warm water van het
pijpje (fig. 17).
6. Haak het reservoir aan het pijpje vast (fig. 18).
7. Plaats een voldoende grote kop onder de
afgiftegroep van de koffie (A14) en onder het
afgiftepijpje van de opgeschuimde melk (fig.
19). Verplaats het afgiftepijpje van opge-
schuimde melk indien nodig iets naar buiten
(fig.19).