12
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gasfles
Het is mogelijk een gasfles met een maximale inhoud van 15 kg te installeren.
De gasfles wordt NIET vervangen in aanwezigheid van vlammen. Gebruik de gasfles alleen
en uitsluitend in verticale stand. Indien gebruik wordt gemaakt van een schroefregelaar,
wordt gecontroleerd of de pakking aanwezig is en in goede staat verkeert. Om de gasfles
in zijn zitting te plaatsen, moet de achterkant van de kachel worden losgehaakt.
Plaats de gasfles in zijn zitting en haak de achterkant van de kachel weer vast.
Drukregelaars buizen en buisringen
CONTROLEER of de rubberen buis volledig op de buishouder zit
en goed bevestigd werd met eventuele buisringen (zie fig. 9). Con-
troleer regelmatig de vervaldatum en de toestand van de rubberen
buis. Indien deze beschadigd of vervallen is, wordt hij vervangen
door een nieuwe buis met een lengte van 400 mm, overeenkomsti-
ge de geldende voorschriften. De buis wordt in ieder geval elke 5
jaar vervangen.
Wanneer de drukregelaar wordt aangesloten op de gasfles, wordt voorkomen dat de rub-
beren buis geplooid of geplet wordt.
Gebruik alleen drukregelaars van 28÷30 mbar, overeenkomstig de geldende voorschriften.
Verluchting van de lokalen
GEBRUIK UITSLUITEND IN GOED GEVENTILEERDE VERTREKKEN
De vertrekken waarin de kachel wordt gebruikt, moeten goed geventileerd zijn, om de pro-
ducten van de verbranding af te voeren en de lucht te verversen.
Het volgens schema geeft de minimale afmetingen aan van het vertrek waarin de kachel
wordt gebruikt, en van de ventilatieopeningen die onderaan en bovenaan in de muur wor-
den aangebracht.
Beschermrooster
Dit rooster dient om brandgevaar te voorkomen; geen enkel onderdeel ervan dient blijvend
te worden weggelaten. Garandeert geen totale bescherming voor kinderen of
gehandicapten.
fig. 9
Afmetingen van
het vertrek
Ventilatieopenin-
gen
105 cm
2
42 m
3