93
Deze aanwijzingen aandachtig doornemen en bewaren voor latere
raadplegingen.
1) LET OP: Indien de deur of de deurafdichtingen beschadigd zijn, dient de oven niet te worden
gebruikt tot hij werd gerepareerd door een vakbekwaam technicus (opgeleid door de fabrikant
of de Klantendienst van de verkoper)
2) LET OP: Om enig gevaar te vermijden, dient uitsluitend opgeleid personeel
onderhoudshandelingen of reparaties uit te voeren die de verwijdering inhouden
van beveiligingen tegen de blootstelling aan microgolven.
3) LET OP: Geen vloeistoffen of ander voedsel opwarmen in verzegelde
verpakkingen die kunnen ontploffen.
Geen eieren koken met de schaal, omdat deze kunnen ontploffen,
zelfs aan het einde van de bereidingstijd.
4) LET OP: Laat de oven alleen gebruiken door kinderen die correcte
aanwijzingen hebben gekregen omtrent het veilig gebruik van de
oven, en de gevaren inzien verbonden met een niet correcte
omgang met het apparaat.
Laat geen kinderen in de nabijheid van de oven komen als deze aan staat (gevaar voor
verbrandingen).
5) Niet proberen de oven te laten werken met de ovendeur open, door de
ingebouwde beveiligingen te beschadigen.
6) Zet de oven niet aan indien voorwerpen – ongeacht hun aard – tussen
de voorkant van de oven en de ovendeur steken.
Zorg ervoor dat de binnenkant van de deur (C) altijd schoon is, met
behulp van een vochtige doek en geen bijtende schoonmaakmiddelen.
Zorg er voor dat er geen vuil of etensresten blijven zitten tussen de voorkant van de oven en de
ovendeur.
7) De oven niet aanzetten indien het elektriciteitssnoer of de stekker beschadigd zijn. Dit kan
elektrische schokken veroorzaken.
8) Indien men rook uit de oven ziet ontsnappen, het apparaat afzetten of de stekker uit het
stopcontact trekken; de ovendeur niet openen om eventuele vlammen te smoren.
9) Om oververhitting, en dientengevolge gevaar voor vlamvatten te voorkomen, is het aan te raden
de oven in de gaten te houden wanneer voedsel bereid wordt in wegwerpbakjes van plastic,
karton of ander brandbaar materiaal, of tijdens het verwarmen van kleine hoeveelheden voedsel.
10)De draaischijf niet onderdompelen in water wanneer hij heel warm is, omdat hij door de
thermische schok kan breken.
11)Bij het gebruik van de functies “Alleen MAGNETRON” dient de oven niet te worden
voorverwarmd (zonder voedsel) of te worden ingeschakeld wanneer hij leeg is, omdat vonken
kunnen ontstaan.
12)Alvorens de oven te gebruiken, controleren of het gebruikte keukengerei en schalen geschikt zijn
voor de magnetron (zie deel “Te gebruiken serviesgoed”)
13)Tijdens het gebruik wordt het apparaat warm. Raak de verwarmingselementen binnen in de oven
niet aan.
OPMERKINGEN