98
ONDERHOUD EN REINIGING
Alvorens tot wat voor onderhoud of reiniging dan ook over te gaan, altijd eerst de stekker uit het
stopcontact trekken.
Reiniging
Om uw apparaat in optimale conditie te houden, is het aan te raden de
ovendeur, de binnenkant en de buitenkant van de oven regelmatig schoon
te maken met een vochtige doek en een neutrale zeep of een vloeibaar
schoonmaakmiddel. Houd u ook het deksel uitgang microgolven (F) vrij
van vet en van vetspetters. Geen schuurmiddelen, staalwol of metalen,
puntige voorwerpen gebruiken bij het schoonmaken van de
buitenkant van de oven. Bovendien, let erop dat er geen water of
vloeibaar schoonmaakmiddel doorsijpelt in de openingen van het
lucht- en dampafvoerrooster dat zich aan de bovenkant van de
oven bevindt. Gebruik geen reinigingsmiddelen die ammoniak
bevatten. Bovendien wordt aangeraden geen alcohol of bijtende middelen te
gebruiken om de oppervlakte van de ovendeur schoon te maken. Om een perfect
sluiten van de ovendeur te garanderen, dient men altijd de binnenkant van de deur
schoon te houden, door te vermijden dat vuil en etensresten tussen de
voorkant van de oven en de ovendeur gaan zitten.
Ook dient men regelmatig het luchtingangrooster, dat zich aan de
achterkant van de oven bevindt, schoon te maken om te voorkomen dat
na een bepaalde tijd dit rooster door vuil en stof belemmerd wordt.
Af en toe zal het nodig zijn de draaischijf (D) en de draaischijfhouder
(E) uit de oven te halen om deze te reinigen, zowel als de bodem van
de binnenkant van de oven. Was de draaischijf en de houder met water gemengd met een
neutrale zeep (ze kunnen ook in de afwasmachine gewassen worden).
Dompel de draaischijf niet in koud water na een langdurige verwarming; de grote thermische
schok zou het breken van de draaischijf tot gevolg kunnen hebben. De motor van de draaischijf is
verzegeld. Let er evengoed op, bij het schoonmaken van de bodem van de oven, dat er geen water onder
de draaischijfpin doordringt.
Als het lukt of iets niet goed functioneert…
In geval van storing, dient u zich tot de Tecnische Assistentie te wenden, in ieder geval, alvorens onze
technici te raadplegen, is het aan te raden de volgende kleine controles uit te voeren
F
probleem oorzaak/oplossing
• Het apparaat functioneert niet
• Condens op de kookplaat en aan de
binnenkant van de oven
• Vonken aan de binnenkant van de oven
• Het voedsel wordt niet voldoende
verwarmd
• Het voedsel brandt aan
• Het eten wordt niet voedsel beter gaar
• De ovendeur is niet helemaal gesloten
• De stekker zit niet goed in het stopcontact
• Het stopcontact levert geen electriciteit (de zekering van het electriciteitsnet
controleren).
• De timer is niet op de juiste manier ingesteld
• Wanneer er etenswaren bereid worden met een hoog vochtgehalte, is het
volkomen normaal dat de damp die gevormd wordt binnenin de oven zich
als condens afzet aan de binnenkant van de oven en op de kookplaat.
• Geen aluminium schalen gebruiken in de magnetronoven, noch zakjes of
verpakkingen met metalen nietjes
• De juiste bereidingswijze kiezen of de bereidingstijd verlengen
• Het voedsel was niet helemaal ontdooid vòòr de bereiding.
• Een lager intensiteitsniveau kiezen of the bereidingstijd verminderen.
• Het eten omroeren tijdens de bereiding. Denkt u eraan dat het voedsel beter
gaar wordt, indien in gelijkvormige stukjes gesneden.
• De draaischijf wordt geblokkeerd.
Indien de ovenlamp het niet meer doet, kunt u zonder problemen de oven blijven gebruiken. Voor het
vervangen van de lamp dient u zich te wenden tot een bevoegd Assistentie Centrum.