HOOFDSTUK 1 - ALGEMEEN
1.1 BELANGRIJKE AANWIJZINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Deze aanwijzingen aandachtig doornemen en bewaren voor latere raadplegingen.
1) LET OP: Indien de deur of de deurafdichtingen beschadigd zijn, dient de oven niet te worden gebruikt
tot hij werd gerepareerd door een vakbekwaam technicus (opgeleid door de fabrikant of de Klanten-
dienst van de verkoper).
2) LET OP: Om enig gevaar te vermijden, dient uitsluitend opgeleid personeel
onderhoudshandelingen of reparaties uit te voeren die de verwijdering
inhouden van beveiligingen tegen de blootstelling aan microgolven.
3) LET OP: Geen vloeistoffen of ander voedsel opwarmen in verzegelde ver-
pakkingen die kunnen ontploffen. Geen eieren koken met de schaal, omdat
deze kunnen ontploffen, zelfs aan het einde van de bereidingstijd.
4) LET OP: Kinderen of onbekwame personen niet zonder toezicht gebruik
laten maken van het apparaat. Kinderen niet met het apparaat laten spelen.
5) Niet proberen de oven te laten werken met de ovendeur open, door de inge-
bouwde beveiligingen te beschadigen.
6) Zet de oven niet aan indien voorwerpen – ongeacht hun aard – tussen de
voorkant van de oven en de ovendeur steken. Zorg ervoor dat de binnenkant
van de ovendeur (E) altijd schoon is, met behulp van een vochtige doek en
geen bijtende schoonmaakmiddelen. Zorg er voor dat er geen vuil of eten-
sresten blijven zitten tussen de voorkant van de oven en de ovendeur (fig. 1).
7) Wanneer de deur open is, rekening houden met het volgende: geen zware
voorwerpen op de deur zetten of de handgreep overdreven naar beneden
trekken, omdat het apparaat kan omkantelen. Geen warme schalen of scho-
tels (bijvoorbeeld, die u net uit de oven hebt gehaald) op de deur zetten (fig.
2).
8) Indien het elektriciteitssnoer beschadigd is, dient het te worden vervangen
door de fabrikant of opgeleid technisch personeel, of nog door een persoon
met gelijkaardige bekwaamheden, teneinde elk risico te vermijden.
9) Indien men rook uit de oven ziet ontsnappen, het apparaat afzetten of de stekker uit het stopcontact
trekken; de ovendeur niet openen om eventuele vlammen te smoren.
10)Uitsluitend keukengerei geschikt voor de magnetronoven gebruiken. Om oververhitting, en dientenge-
volge gevaar voor vlamvatten te voorkomen, is het aan te raden de oven in de gaten te houden wan-
neer voedsel bereid wordt in wegwerpbakjes van plastic, karton of ander brandbaar materiaal, of tij-
dens het verwarmen van kleine hoeveelheden voedsel.
11)De draaischijf niet onderdompelen in water wanneer hij heel warm is, omdat hij door de thermische
schok kan breken.
12)Bij het gebruik van de functies “MAGNETRON” en “GECOMBINEERD MAGNETRON MET VENTILA-
TIE en GRILL” dient de oven niet te worden voorverwarmd (zonder voedsel) of te worden ingeschakeld
wanneer hij leeg is, omdat vonken kunnen ontstaan.
13)Alvorens de oven te gebruiken, controleren of het gebruikte keukengerei en schalen geschikt zijn voor
de magnetron (zie deel “Te gebruiken serviesgoed”)
14)Tijdens het gebruik kunnen de deur en de andere oppervlakken heel warm worden. Geen voorwerpen
op de oven plaatsen wanneer deze in werking is. Tijdens het gebruik wordt het apparaat warm. Raak
de verwarmingselementen binnen in de oven niet aan.
15)Tijdens het verwarmen van vloeistoffen (water, koffie, melk, enz.) kan het gebeuren dat, door het uit-
gesteld bereiken van het kookpunt, de vloeistof onverwacht begint te koken, overloopt en brandwon-
den veroorzaakt. Om dit te voorkomen, dient men alvorens met het opwarmen van de vloeistof te
beginnen, een lepeltje van hittebestendig plastic of een glazen staafje in de vloeistof te zetten (fig. 4).
In ieder geval, voorzichtig te werk gaan.
154
fig. 1
fig. 2
fig. 3