NEDERLAND
1.6 REGELS EN ALGEMENE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE OVEN
94
hoofdstuk 1 - algemeen
Microgolven zijn electromagnetische stralingen die in de natuur voorkomen in
de vorm van lichtgevende golven (bijvoorbeeld: zonlicht) die, binnen de oven,
van alle kanten binnendringen in de etenswaren en de water-, vet - en
suikermoleculen verwarmen.
Alleen in de etenswaren wordt de warmte snel gevormd, terwijl de schaal alleen
indirect verwarmd wordt door de overbrenging van warmte via het warme
voedsel. Dit voorkomt dat het voedsel aanbakt daarom is het mogelijk heel
weinig vet (in sommige gevallen helemaal geen vet) te gebruiken tijdens het
bereidingsproces. Omdat er weinig vet gebruikt wordt, wordt de
voedselbereiding met microgolven dientengevolge gezien als gezond en
diëtistisch verantwoord. Bovendien, in vergelijking met de traditionele
kooksystemen, vindt de bereiding plaats op een minder hoge temperatuur,
waardoor de etenswaren minder vocht verliezen met als gevolg een beter
behoud van de voedingswaarde en de smaak van het voedsel.
Fundamentele regels voor een correcte voedselbereiding in de
magnetronoven
1) Om de tijden op de juiste manier in te stellen, dient men, bij het raadplegen
van de tabellen op de volgende bladzijden, er rekening mee te houden dat
indien een grotere hoeveelheid voedsel dan aangegeven gebruikt wordt ook
de bereidingstijd in verhouding verlengd dient te worden en omgekeerd. Het
is belangrijk de “wachttijden” in acht te nemen: met wachttijd wordt bedoeld
de tijd dat men moet wachten na de bereiding om een verdere verspreiding
van de temperatuur binnen het voedsel toe te laten. Bijvoorbeeld de tempe-
ratuur van vlees neemt ongeveer met 5-8°C toe gedurende de wachttijd. De
wachttijden kunnen ook in acht genomen worden buiten de oven zelf.
2) Eén van de belangrijkste handelingen die uitgevoerd moeten worden is het
meerdere malen omroeren tijdens de bereidingstijd: dit om een gelijkmatige
verspreiding van de temperatuur te verkrijgen en hierdoor de bereidingstijd
te verkorten.
3) Het is ook aan te raden het voedsel te keren tijdens de bereiding.
4) Etenswaren met een vel, schil of schaal (bijvoorbeeld: appels, aardappe-
len, tomaten, worst, vis) dienen met een vork ingeprikt te worden op
meerdere plaatsen, zoadat de damp kan ontsnappen en het vel of de schil
niet openbarst (fig.9).
5) Indien er meerdere porties van hetzelfde voedsel bereid worden, bijvoor-
beeld gekookte aardappelen, verdient het aanbeveling deze in een ronde
schaal te leggen om een gelijkmatige bereiding te verkrijgen (fig. 10).
6) Des te lager de temperatuur van het voedsel op het moment dat het in de
oven gezet wordt, des te langer is de bereidingstijd. Etenswaren op kamer-
temperatuur zullen eerder gaar zijn dan voedsel dat uit de koelkast komt.
7) Zet de schaal altijd midden op het draaischijf.
8) De vorming van condensvocht aan de binnenkant van de oven en op het
luchtuitgangrooster is helemaal normaal. Om dit te verminderen, kan met
het voedsel bedekken met plastic folie, vet papier, glazen deksels of een-
voudigweg een omgekeerd bord. Bovendien worden etenswaren met een
hoog vochtgehalte (bijv. groenten) beter bereid indien afgedekt. Door de
etenswaren af te dekken houdt men ook de binnenkant van de oven schoon.
Gebruik alleen plastic folie dat geschikt is voor de magnetronoven.
9) Geen eieren koken met de schaal (fig. 11): de druk die ontstaat aan de bin-
nenkant zou het ei doen ontploffen, ook na afloop van de bereidingstijd.
Geen gekookte eieren opwarmen, tenzij het roerei betreft.
10)Voordat men voedsel in afgesloten of verzegelde verpakkingen verwarmt of
klaarmaakt, dient men niet te vergeten de verpakking te openen. De druk
aan de binnenkant van de verpakking zou dermate groot kunnen worden,
dat er gevaar bestaat voor ontploffing ook na afloop van de bereidingstijd.
fig. 9
fig. 10
fig. 11