57
WANNEER IETS NIET WERKT…
PROBLEMEN OORZAKEN OPLOSSINGEN
De airconditioner
gaat niet aan
• geen stroomtoevoer
• de stekker zit niet in het stopcontact
• De veiligheidsvoorziening is in werking getre-
den.
• wacht
• steek de stekker in het stopcontact
• Neem contact op met het service-
centrum
De airconditioner
werkt, maar voor
korte duur
• de luchtafvoerslang is geknikt
• de luchtafvoerslang is verstopt
• de luchtafvoerslang is geplooid
• plaats de afvoerslang correct
• controleer of er obstakels zijn
die de afvoer van lucht naar
buiten belemmeren
• verwijder de plooien
De airconditioner
werkt wel maar
koelt de ruimte niet
• het raam staat open
• in de ruimte bevindt zich een warmtebron
(brander, lamp, enz.)
• de afvoerslang is uit zijn zitting losgekomen
• verstopt luchtfilter
• het vermogen van de airconditioner is niet
aangepast aan de condities of afmetingen
van de ruimte
• sluit het raam
• neem de warmtebron weg
• steek de slang in zijn zitting
• reinig of vervang de filters
• reinig of vervang het filter
Vreemde geur in de
ruimte
• het luchtfilter is verstopt
De airconditioner
werkt niet geduren-
de 3 minuten na
inschakeling
• De veiligheidsvoorziening van het apparaat
is in werking getreden
• wacht tot 3 minuten verstreken
zijn
Het controlelampje
alarm (ALARM) Q
gaat branden
• Het bakje in het apparaat is vol
• Leeg het bakje (zie de para-
graaf “Controles aan einde sei-
zoen” op pag. 56.
ZELFDIAGNOSE
Het apparaat is voorzien van een zelfdiagnosesysteem dat enkele storingen in de werking detec-
teert. De foutmeldingen verschijnen op het display van het apparaat.
OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
…BETEKENT:
de kamertemperatuur is te laag
OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
…BETEKENT:
de kamertemperatuur is te hoog
OP HET DISPLAY VERSCHIJNT...
…BETEKENT:
wendt u zich tot het dichtstbij-
zijnde servicecentrum
“Low Temperature”
(lage temperatuur)
“High Temperature”
(hoge temperatuur)
“Probe Failure”
(defecte sonde)