62
KLIMAATREGELING MET INSTALLATIE
Indien gewenst, kan het apparaat ook op
semi-permanente wijze geïnstalleerd worden
(Fig. D).
•Breng de bijgeleverde flens 10 in het
gemaakte gat aan.
• Bevestig de luchtafvoerslang 12 aan de
zitting op de achterkant van het appa-
raat (fig. A pag. 61).
•Breng het uiteinde van de slang 12 aan de
flens 10 vast, zoals aangegeven in fig F.
In dit geval moet u:
• Een gat maken in een buitenmuur of ven-
sterruit. Neem de afmetingen van het gat
en de hoogte-intervallen aangegeven in
figuur E en F in acht.
Wanneer de slang 12 niet in het gat is inge-
bracht, kan het gat afgesloten worden met
de dop van de flens 10 .
OPMERKING:
Wanneer u kiest voor een semi-permanente
installatie, adviseren wij om een deur op een
kier te zetten (1 cm is al voldoende) om een
correcte luchtverversing te verzekeren.
in de venster-
ruit
in de muur: wij
adviseren om het
gat in de muur te
isoleren met
geschikt isolatie-
materiaal.
in de houten
sokkel van
de balkon-
deur
E
Beperk zoveel mogelijk de lengte en
krommingen van de luchtslangen, zodat
eventuele knikken voorkomen worden.
Voorbereiding
voor het gebruik