SLEEP-
FUNCTIE (FIG. 23)
Deze functie is nuttig tijdens de nacht, omdat de werking
van het apparaat geleidelijk aan wordt verminderd.
Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
• Selecteer de bedrijfswijze (koeling, ontvochtiging, verwar-
ming of smart) zoals hiervoor uitgelegd.
• Druk op de toets . Het apparaat werkt met de eerder geko-
zen bedrijfswijze.
De SLEEP functie houdt het vertrek op de optimale temperatuur
en vermijdt een overmatige verhoging of verlaging van de tem-
peratuur of de vochtigheidsgraad met een geluidsarme werking.
De ventilatiesnelheid is altijd op het minimumvermogen, terwijl
de omgevingstemperatuur of de vochtigheidsgraad geleidelijk
aan variëren afhankelijk van de welzijnsbehoeften.
Bij de bedrijfswijze “koeling”, neemt de temperatuur na 60 minu-
ten 1°C en na 2 uur nog een graad toe.
Bij de bedrijfswijze “ontvochtiging”, wordt de ontvochtigingsca-
paciteit van het apparaat twee maal elk uur.
Bij de bedrijfswijze “verwarming”, neemt de temperatuur elk uur
gedurende 3 keer met 1°C af.
SWING-FUNCTIE (FIG. 24)
De SWING-functie zorgt voor het draaien van de ribben van het
rooster zodat de afgegeven lucht gelijkmatig over het vertrek
verdeeld wordt.
Door één maal op de SWING-toets te drukken, beginnen de rib-
ben afwisselend naar voren en naar achteren te bewegen. Als
opnieuw op de toets wordt gedrukt, stoppen de ribben in de
positie waarin ze zich bevinden.
Bij de volgende bediening van de toets beginnen ze weer naar
voren en naar achteren te bewegen.
Als het apparaat wordt uitgeschakeld, gaan de ribben dicht,
ongeacht de positie waarin ze zich bevinden.
81
23
24