1. ALGEMEEN
Haal het apparaat uit de verpakking en verwijder alle eventuele resten piepschuim of ander
materiaal uit het apparaat.
Controleer of het apparaat niet beschadigd werd tijdens het vervoer en of het voedingssnoer
onbeschadigd is.
2. MODELLEN MET HET SYSTEEM “EASY WHEEL”
Zet de radiator omgekeerd op een tapijt of een zacht oppervlak om de verflaag niet te bescha-
digen. Trek de wielen volledig naar buiten (fig. 1). Zet de radiator weer verticaal.
3. ELEKTRISCHE AANSLUITING
- Alvorens de stekker in het stopcontact te steken, controleer zorgvuldig of de spanning van
uw elektriciteitsnet overeenkomt met de V-waarde aangeduid op het apparaat en of het
stopcontact en de voedingslijn de vereiste belasting aankunnen.
- SLUIT HET APPARAAT UITSLUITEND AAN OP STOPCONTACTEN MET EEN DOELTREF-
FENDE AARDLEIDING.
- Dit apparaat voldoet aan de EG-richtlijn 89/336 aangaande de elektromagnetische vere-
nigbaarheid.
WERKING EN GEBRUIK
INSCHAKELING
Steek de stekker in het stopcontact; draai de thermostaatknop (indien aanwezig) tot in de maxi-
male stand en schakel het apparaat in met behulp van de vermogensschakelaar, zoals hierna
beschreven.
• Draai de vermogensschakelaar in de stand 1 overeenkomstig het minimumvermogen (het
geel controlelampje links licht op).
• Draai de vermogensschakelaar in de stand 2 overeenkomstig het tussenvermogen (het geel
controlelampje rechts licht op).
• Draai de vermogensschakelaar in de stand 3 overeenkomstig het maximumvermogen (beide
controlelampjes lichten op).
Regeling thermostaat
Wanneer de gewenste temperatuur bereikt wordt in het vertrek, de thermostaatknop langzaam
in wijzerzin draaien tot een “klik” hoorbaar is en niet verder. De temperatuur die op deze
manier ingesteld wordt, zal automatisch geregeld en in stand gehouden worden door de ther-
mostaat. Indien uw model van radiator beschikt over drie vermogensniveaus, dan kunt u in de
tussenseizoenen of op dagen dat het niet zo koud is het lager vermogensniveau selecteren en
energie besparen.
Antivriesfunctie (alleen modellen met thermostaat)
Met de thermostaatknop in de stand en na selectie van een vermogensniveau, behoudt het
apparaat in de ruimte een temperatuur van ongeveer 5°C. Zo worden vriestemperaturen ver-
meden, met een minimaal energieverbruik.
c) Modellen met 24-urentimer (fig. 3)
Om de verwarming te programmeren, gaat u als volgt te werk:
- Kijk op uw horloge. Stel dat het 10 uur is. Draai de genummerde schijf van de timer in wij-
zerzin, tot het cijfer 10 van de schijf overeenkomt met de referentie aangeduid op de timer.
Stel het uur in waarop u het apparaat wilt laten werken, door de vertandingen naar binnen
te duwen. Elke vertanding komt overeen met een tijdsspanne van 15 min.
Nu zijn zones zichtbaar die overeenkomen met de werkingsperiodes van het apparaat.
- Door het apparaat op deze manier in te stellen, zal het elke uur op het geprogrammeerde
uur ingeschakeld worden.
(Belangrijk: de stekker moet altijd in het stopcontact zitten).
12
NL
*