NEDERLANDS
NEDERLANDS
11
Werking
Afspelen van de ingangsbron
Gebruik FUNCTION of om de ingangsbron te
selecteren die u wilt weergeven.
Gebruik VOLUME om het volume in te stellen.
• Het geluidsvolume wordt weergegeven op het volume-display.
1
3
Start het afspelen op het geselecteerde component.
Zie voor bedieningsinstructies de handleiding van het component.
2
Meer over de namen van de toesten in deze beschrijving
<>
: Toetsen van het basistoestel
[]: Toetsen van de afstandsbediening
Toetsnaam alleen :
Toetsen van het basistoestel en de afstandsbediening
Voorbereidingen voor weergave
Geluid tijdelijk uitschakelen (MUTING)
Druk op [MUTING].
• MUTING-modus uitschakelen:
Druk op [MUTING] of regel het volume om de dempingsmodus uit te
schakelen.
Sluit een hoofdtelefoon aan op
<
PHONES
>
.
• Geen geluid wordt via de luidsprekers van het voertuig weergegeven.
OPMERKING:
• Zet het volumeniveau niet te hoog wanneer u een hoofdtelefoon
gebruikt, want dit kan gehoorbeschadiging veroorzaken.
Luisteren met een hoofdtelefoon
Selecteer de luidsprekers
Druk op
<
SPEAKER
>
om de luidspreker in te schakelen.
Druk op
<
ON/STANDBY
>
of [POWER ON].
• De spanningsindicator knippert groen en de spanning wordt
ingeschakeld.
Druk op
<
POWER
>
.
£ OFF:
De eenheid wordt uitgeschakeld en de indicator gaat uit.
¢ ON:
De spanningsindicator licht rood op.
1
2
Instellen van de helderheid van de display
Druk op
<
DIMMER
>
.
De helderheid van de display is in drie stappen instelbaar.
Bovendien kan de display worden uitgeschakeld.
Controleren van de momenteel weergegeven
programmabron, enz.
Druk op STATUS.
• De huidige programmabron en diverse instellingen worden in het
display aangegeven.