NEDERLANDS
NEDERLANDS
Werking Werking
24
¢ Geheugen laatste functie
Wanneer de spanning van de DRA-700AE/700AEDAB in standby
wordt geschakeld, worden de diverse instellingen op dat ogenblik in
het geheugen opgeslagen. Wanneer de spanning opnieuw wordt
ingeschakeld, worden de instellingen opgeroepen die werden
gemaakt op het ogenblik dat de spanning in standby werd geschakeld.
Meer over de geheugenfuncties
¢ Backup-geheugen
De diverse instellingen worden ongeveer 1 week in het geheugen
opgeslagen, zelfs wanneer de spanning wordt uitgeschakeld of het
netsnoer wordt uitgetrokken.
Initialisatie van de microprocessor
Wanneer de aanduiding op het display niet normaal is of wanneer de
bediening van het toestel niet het verwachte resultaat oplevert, moet
de microprocessor als volgt worden geïnitialiseerd.
Schakel de stroomtoevoer van het toestel uit met
behulp van
<
POWER
>
.
1
Controleer of het volledige display met tussenpozen
van 1 seconde knippert en laat de toetsen los.
• De microprocessor wordt geïnitialiseerd.
3
Houd
<
SPEAKER
>
(A en B) ingedrukt en schakel met
behulp van
<
POWER
>
de stroomtoevoer weer in.
2
• Als stap 3 niet werkt, herbegin dan vanaf stap 1.
• Als de microprocessor is teruggesteld, worden de waarden van alle
toetsen teruggesteld op de standaardwaarden (de waarden
ingesteld bij verzending uit de fabriek).
Bediening van de afstandsbediening tijdens
multi-source-playback
Gebruik [FUNCTION] om de bron de ingangsbron die
u wilt weergeven.
•De “ ”-indicator en de indicator voor de geselecteerde
bron lichten op.
De MULTI ZONE-bron wordt rechtstreeks omgeschakeld.
Wanneer de MULTI ZONE-bron is ingesteld op “TUNER”, dan
kan met behulp van [PRESET] een voorkeuzezender worden
geselecteerd.
2
Druk op [ZONE2 (ZONE3) ON] om de spanning van de
zone in te schakelen.
Om de ZONE2 of ZONE3-functie te annuleren:
Druk op [ZONE2 OFF] of [ZONE3 OFF].
1
• Bij gebruik van ZONE2 of ZONE3 kan netspanning van de MAIN
ZONE worden in- en uitgeschakeld door op [MAIN ON/OFF] te
drukken.
Opname (audio en/of video)
Druk op
<
ZONE/REC SELECT
>
totdat “REC OUT”
op het display verschijnt.
Selecteer de bron die u wilt opnemen (audio en/of
video) met FUNCTION.
• De “ ” -indicator licht op.
1
2
•Druk op
<
ZONE/REC SELECT
>
om te annuleren en de modus in te
stellen op “ZONE”.
Neem (de audio- of videosignalen) op.
Zie de gebruiksaanwijzing van het apparaat waarvan u (audio- of
videosignalen) opneemt voor informatie over de bedieningen.
3
OPMERKING:
•Wanneer de REC OUT-modus is geselecteerd, werkt [ZONE2
(ZONE3) ON] en FUNCTION (ZONE) op de afstandsbediening niet.
Weergeven van een programmabron via de
versterker, enz., in de ZONE2- (of ZONE3-)
kamer (ZONE2 of ZONE3 SELECT-modus)
Druk op
<
ZONE/REC SELECT
>
om “M-ZONE”.
Gebruik FUNCTION om de bron die u wilt uitvoeren
te selecteren en op het display weer te geven.
•De “ ”-indicator en de indicator voor de geselecteerde
bron lichten op.
1
2
• De signalen van de bron die is geselecteerd in de ZONE2-modus
worden ook weergegeven via de opname-uitgangen van VCR en
CD-R/TAPE.
Start de weergave op de bron die u wil uitvoeren.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen van de betreffende
componenten voor bedieningsinstructies.
3
Het volume van de uitgangen van de verschillende
zones kan worden geregeld met [VOLUME].
Standaard volume-instelling
ZONE2/ZONE3 : – – – dB (Minimum)
Het zonevolume kan worden ingesteld binnen een bereik van –80
tot 18 dB in stappen van 0,5 dB.
3