3. Verplaatsen: Markeer het Verplaatsen
symbool, druk op de knop om één
kanaal te selecteren, druk op de OK
knop om te dimmen, druk op de knop om
te verplaatsen naar de gewenste locatie en
druk nogmaals op de OK knop om de
zender los te laten.
4. Overslaan: Markeer het Overslaan symbool, druk
op de knop om één kanaal te
selecteren, druk op de OK knop om het
kanaal te markeren en druk nogmaals om
de markering ongedaan te maken. De
gemarkeerde kanalen worden
overgeslagen bij het zappen.
5. Aanpassen: Markeer het Aanpassen
symbool, druk op de knop om één
kanaal te selecteren, druk op de OK knop
dialoogvenster met “Kanaal Aanpassen” weer te
geven. Gebruik de Digitale knoppen op
de afstandsbediening om het
aanpassen te voltooien. Druk op de OK knop bij
de OK instructie om de aanpassingen
door te voeren.
6. Vergrendelen: Markeer het vergrendelen
symbool, druk op de knop om één kanaal te
selecteren, druk op de OK knop om het
kanaal te vergrendelen. Door nogmaals op de
OK Knop te drukken wordt de vergrendeling
opgeheven. kunt aan het symbool
(een slot) achter het kanaal zien dat
het kanaal vergrendeld is en u dient de
juiste code in te voeren om het kanaal te kunnen
kijken.