Methode voor het vaststellen van de juiste afstelling van de snelspanners (wiel en zadelkraag)
Quick release-apparaten zijn ontworpen om met de hand te worden bediend. Gebruik nooit de
snelsluitgereedschappen om het mechanisme te vergrendelen of ontgrendelen om ze niet te
beschadigen.
Voor het instellen van de klemkracht van de wielas moet de spanmoer worden gebruikt en niet de
snelspanhendel. Als u de hendel met minimale handdruk kunt manoeuvreren, betekent dit dat deze niet
strak genoeg zit. Het is daarom noodzakelijk om de stelmoer vast te draaien. Het snelsluitsysteem moet
de vorkvoeten markeren wanneer deze in de vergrendelde positie is gesloten.
Controleer na elke afstelpositie de juiste centrering van het voorwiel ten opzichte van de vork. Pas de
volgende methode toe om de snelsluitmechanismen aan te passen, te sluiten en te openen:
Rem aanpassing
Controleer voor elk gebruik of de voor- en achterremmen goed werken.
De rechter hendel activeert de achterrem. De linker hendel activeert de voorrem.
Het wordt aanbevolen om de remkracht ongeveer 60/40 over de voor- en achterkant te verdelen. De
remhendel mag niet in contact komen met het stuur en de hulzen mogen geen gesloten hoektrajecten
ondergaan, om ervoor te zorgen dat de kabels glijden zonder de minste wrijving. Beschadigde, gerafelde,
verroeste kabels moeten onmiddellijk worden vervangen.