3 INST E L L I N G E N
Selecteer de optie ‘Instellingen’ om de instellingen van uw apparaat te bekijken en
aan te passen. Het instellingsmenu is ingedeeld in: Draadloos & netwerken,
Apparaat, Persoonlijk, Account en Systeem.
DR A A D L O O S & N ET W ERK E N
Open dit submenu om de roaming-instellingen te bekijken en regelen van de
simkaarten, de WiFi te bekijken en veranderen, Bluetooth, Gegevensgebruik,
Mobiele Netwerken, VPN, enz. Raadpleeg a.u.b. de netwerksectie voor
gedetailleerde informatie over WiFi en Bluetooth.
WIF I
Verbinding maken met een draadloos netwerk om het internet te browsen.
➢ Open het Hoofdmenu en druk op ‘Instellingen’.
➢ Druk op ‘AAN’ om WiFi te activeren.
➢ Druk op WiFi > Netwerknotificatie om naar netwerken te zoeken. Alle
beschikbare netwerken zullen vervolgens in een lijst verschijnen.
➢ Druk op om een verbinding toe te voegen.
Opmerking:
➢ Als het apparaat eerder geslaagd was verbonden, zal de
apparaatinformatie worden opgeslagen in het venster dat verschijnt voor
de netwerkselectie. Selecteer ‘Vergeten’ om apparaatinformatie te
verwijderen.
➢ Als het apparaat niet is versleuteld, kunt u een verbinding in het venster
selecteren om de verbinding tot stand te brengen.
➢ Als het apparaat is versleuteld, zal er een venster verschijnen waarin u
het wachtwoord kunt invoeren.
➢ Netwerkverbinding is geslaagd; de WiFi-verbinding verschijnt op de
statusbalk.