12
❖❖
❖❖
❖
Dutch
L-2230D Onderhoud
fabriek ingestelde standaardinstellingen overschreven.
De originele door de fabriek ingestelde,
programmeerbare parameters, zoals beschreven in de
tabel programmeerbare parameters, kunnen handmatig
worden hersteld.
Waarom nieuwe standaardinstellingen
memoriseren?
Zodra de gewenste programmeerwijzingen zijn
doorgevoerd en de systeemtesten naar tevredenheid
zijn uitgevoerd, kan uw werk als de nieuwe
standaardinstellingen worden ingesteld. Deze nieuwe
standaardinstellingen worden geactiveerd door vóór
de programmeermodus te verlaten, gelijktijdig de
knoppen Omhoog en Omhoog in te drukken en weer
los te laten.
Software- identificatie
De softwareversie van de besturing wordt één seconde
voor het verlaten van de programmeermodus bepaald.
Het software-identificatienummer, bijv. (“A10”) zal
gedurende een seconde in het display verschijnen,
waarna de besturing naar de modus Uit terugkeert.
Indien er een reden is om contact op te nemen met
Dometic Corporation over het systeem of het
programmeren van Elite, controleer dan of u het
software- identificatienummer en het serienummer
van het systeem bij de hand hebt.
2.07 Betrouwbaarheid en
Behandeling Foutcodes
Als een fout of storing wordt gedetecteerd zal Elite een
van de volgende mnemonische foutcodes weergeven:
“HPF”… geeft een hoge freondruk weer.*
“LPF”… geeft een lage freondruk weer.*
“ASF”… geeft een storing van de luchtsensor weer.
“PLF”… geeft aan dat de STROOM van zeewater niet
functioneert.
Betrouwbaarheidsniveau 0
Uitsluitend “ASF” gedetecteerd en weergegeven. De
besturing schakelt uit en start niet eerder dan dat de
fout is verholpen. Zodra de reparatie gereed is zal de
besturing na een vertraging van 2 minuten starten.
Betrouwbaarheidsniveau 1
Alle acties op niveau 0 plus alle overige gedetecteerde,
maar niet weergegeven fouten. Het systeem schakelt
gedurende twee minuten uit of totdat de fout is
opgelost, afhankelijk van hetgeen langer duurt. Het
systeem zal weer starten als de fout is opgelost.
Betrouwbaarheidsniveau 2
Alle acties als bij niveau 0 en 1. Fouten als
weergegeven. Het systeem schakelt gedurende twee
minuten uit of totdat de fout is opgelost, afhankelijk
van hetgeen langer duurt.
Betrouwbaarheidsniveau 3
Alle acties als bij niveau 0, 1 en 2. Het systeem
schakelt gedurende 2 minuten uit of totdat de fout is
opgelost, afhankelijk van hetgeen langer duurt. Het
systeem schakelt uit nadat vier opeenvolgende
“HPF”- “LPF”- of “PLF”- fouten zijn opgetreden. Druk
een enkele keer op de knop Aan uit om de modus uit
te schakelen, en druk nogmaals op deze knop om de
uitschakeling op te heffen.
OPMERKING:
•“HPF” wordt niet weergegeven en veroorzaakt in
de modus Verwarmen geen uitschakeling.
•“LPF” heeft een tijdvertraging voor de
uitschakeling van 10 minuten.
2.08 Controlelijst Snelstart
bewerking
❑ Zorg dat het zeewater-inlaatkogelventiel
(buitenboordkraan) open is.
❑ Stel de stroomonderbreker van de airconditioner in.
Als de zeewaterpomp een eigen stroomonderbreker
heeft, deze aanzetten.
❑ Zet het systeem aan.
❑ Stel de gewenste cabinetemperatuur in (ingestelde
temperatuur).
❑ Controleer de permanente waterstroom van de
buitenboordafvoer.
❑ Controleer of er een regelmatige luchtstroom vanuit
het luchtrooster wordt toegevoerd.
❑ Als de eenheid niet correct lijkt te functioneren,
raadpleeg dan de richtlijnen voor
probleemoplossingen.
Opmerking: De eenheid niet uitschakelen en direct
weer inschakelen. Zorg dat er ten minste 30
seconden wordt gewacht om te zorgen dat er een
koeldrukvereffening kan plaatsvinden.
Elite controls_NL2.pmd 8/1/2005, 5:03 PM12