21
6. Toepassing met vloeibaar gas
Geen extra energietype - netstroom gebruiken. Het apparaat mag niet op stads- of aardgas worden aangesloten.
Het is uitsluitend geschikt voor propaan-/butaangas-toepassing.
Op het typeplaatje (zie achterwand van het apparaat) is de voorgeschreven gasaansluitdruk in mbar vermeld
(normdruk in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland 50 mbar en in Nederland: 30 mbar). Het apparaat mag met geen
andere dan de op het typeplaatje vermelde druk worden toegepast. Er dient een dienovereenkomstige
drukregelaar te worden gebruikt.
7. Aansluiting van de koelkast op de gasfles
Sluit de koelkast in deze volgorde aan:
gasfles
→→
drukregelaar
→→
gasslang
→→
apparaat
Het kopstuk voor de gasaansluiting (D, fig. 4) is bedoeld voor slangaansluiting volgens de Nederlandse
voorschriften:
I. Uitvoering als aansluitopening met R ¼ linkse schroefdraad voor het bevestigen van een slang met
kogelpenaansluiting, slangbuisje en wartelmoer of
II. Uitvoering als nippel ter bevestiging van een voor dit doel goedgekeurde rubberen slang en
slangklembevestiging
Opmerking bij I: om ervoor te zorgen dat bij het vastdraaien van de wartelmoer een te hoge krachtoverbrenging
op de aansluitopening van de koelkast wordt voorkomen, moet de aansluitopening met een steeksleutel met
sleutelmaat 13 mm worden tegengehouden.
Controleer of er zowel in de gasflesaansluiting als in de drukregelaar een in goede staat verkerende afdichting
zit. Geen extra afdichtingen gebruiken ! Controleer of het ventiel van de drukregelaar gesloten is. Schroef de
drukregelaar met de hand, dus zonder gebruik van gereedschap, rechtsom in de schroefdraad van de fles vast.
Verbind de gasslang met het uiteinde van de drukregelaar. Het andere uiteinde van de slang verbindt u met de
box. U opent nu het ventiel van de drukregelaar en controleert alle verbindingen op dichtheid met behulp van
het schuimvormend middel.
De aansluiting is dicht, als er op de verbindingspunten geen luchtbelletjes ontstaan.
EEN DICHTHEIDSCONTROLE MET OPEN VLAM IS NIET TOEGESTAAN !
NIET ROKEN ! ONTPLOFFINGS- EN VERBRANDINGSGEVAAR !
Bij een gasfleswissel en/of demontage van de slangleiding moet het kraantje op de gasfles of drukregelaar
steeds eerst worden gesloten.
Poreuze of beschadigde slangleidingen dienen door nieuwe te worden vervangen.
8. Gasarmatuur (fig. 1)
Deze bestaat uit een gasregelknop (B) met ingebouwde ontstekingsbeveiliging, de brander met bougie, een
gasthermostaat (F) en een piezo-ontsteking (E).
De regeleenheid heeft twee regelstanden:
: grote vlam (MAX) = gastoevoer open,
: uit-stand = gastoevoer naar de brander afgesloten.
De ontstekingsbeveiliging houdt de gastoevoer naar de brander automatisch open zolang de vlam brandt, de
gastoevoer worden automatisch afgesloten, indien de vlam uitgaat.
Aansluitingen - en sleutelwijdte van
de steeksleutel - op de
drukregelaarzijde zijn afhankelijk
van de uitvoering van de
drukregelaar; vraag hieromtrent
a.u.b. uw vakhandelaar.
NL