8
6. Controleer of de vlam achter het inspectieglas brandt.
7. Herhaal als de vlam uitgaat het hele proces.
8. U stelt de temperatuur voor het hoofdkoelcompartiment in met draaischakelaar (B).
2. Automatische ontsteking
4. Houd draaischakelaar (B) nog 10-15 seconden ingedrukt en laat daarna de
schakelaar los.
5. Controleer als er een inspectieglas is, of de vlam erachter brandt.
6. Als de vlam uitgaat, wordt de ontsteking automatisch herhaald.
7. Stel de temperatuur van het hoofdkoelcompartiment in met draaischakelaar (B).
Alle koelkasten, zowel de koelkasten met handmatige als die met auto-
matische ontsteking, zijn uitgerust met automatische vlambescherming.
Hierdoor wordt de gastoevoer 30 seconden nadat de vlam is gedoofd
automatisch onderbroken.
Als u de koelkast voor het eerst met gas gebruikt of als u de gascilinder
hebt verwisseld, kunnen de gasleidingen lucht bevatten. Door de koel-
kast en andere gasapparaten (zoals fornuizen) kort te gebruiken, laat u
de lucht uit de gasleidingen lopen. Het gas kan daarna direct worden
aangestoken.
Instellen van de koelruimtetemperatuur
1. Zet energiekeuze-
schakelaar (A) op
Gas
B
A
3. De ontsteking verloopt automatisch. Er klinkt
een tikkend geluid en het indicatielampje (D) knip-
pert. Als de ontsteking is gelukt, stopt het geluid
en het knipperen.
D
2. Druk draaischakelaar
(B) in en houd deze
ingedrukt.
5.2.4
TTIIPP
Omgevingsfactoren hebben invloed op de prestaties van het aggregaat.
Kies indien de omgevingstemperatuur tussen +15 en +25 °C ligt de mid-
delste stand. Het aggregaat werkt in het optimale prestatiebereik.
Middelste stand
B
Zoals aangegeven, kunt u met de draaiknop (B) de koelruimtetemperatuur naar
behoefte regelen.