19
Installatie
Afb. 35
4.9.2 Aansluiting op de accu
De 12V-aansluitkabel van het voertuig wordt
direct verbonden aan de aansluitklemmen van
de regelelektronica (polen correct aansluiten).
De bedrading voor de verwarmingspatroon
(zie schakelschema, aansluiting A, B) moet
met een directe, zo kort mogelijke verbinding
op de accu of de dynamo worden aangeslo-
ten.
Doorsneden en lengtes van leidingen :
Motor
caravan & Caravan (binnen)
4 mm
²
< 6 m
6 mm
²
> 6 m
Caravan (buiten)
min 2,5 mm
²
(EN1648-1)
2,5mm²
In het voertuig moet de 12V stroomkring
met een 20A zekering worden beveiligd.
Opdat bij het afzetten van de voertuigmotor
niet vergeten wordt, tevens de 12V- voorzie-
ning uit te schakelen (de accu zou binnen een
paar uur leeg zijn), dient de stroomvoorziening
voor het verwarmingspatroon (aansluiting A/B
in het schakelschema) zodanig te worden uit-
gevoerd dat deze bij het omdraaien van de
contactsleutel wordt onderbroken. De aanslui-
ting C/D (verlichting, elektronica; aansluitkabel
zwart/violet) moet gevoed worden met een
12V (DC) continuvoeding, die d.m.v. een 2A
zekering in het voertuig moet worden beveiligd
Bij installatie in een caravan mogen de
min- en pluskabels van de 12V-aansluitin-
gen A/B en C/D niet met elkaar worden
verbonden (EN 1648-1).
LET OP !
Afb. 36
4.9.3 Kabelaansluitingen
Plaats van de regelelektronica :
De voeding voor de elektronische regeleen-
heid en het verwarmingselement wordt direct
verbonden aan de aansluitklemmen van de
regelelektronica.
Bij MES- en AES-modellen is het noodzake-
lijk een 12V continuvoeding op de klemmen
C/D aan te sluiten (continuvoeding voor de
regelelektronica).