63
NEDERLANDS
WERKING VAN DE LOOPBANDWERKING
Presentatie:
De loopband biedt u 4 programma’s waarmee u onmiddellijk een vooraf
bepaalde snelheid kunt bereiken en 4 programma’s voor een parcours aan
verschillende snelheden.
Met uitzondering van het handmatige programma kunt u 3 verschillende moei-
lijkheidsniveaus kiezen.
Makkelijk starten:
1. Bevestig de veiligheidssleutel aan uw kleding. Dit is sterk aanbevolen voor
uw veiligheid. Zodra deze sleutel is uitgetrokken, wordt uw loopband
onmiddellijk uitgeschakeld.
2. Nadat u de veiligheidssleutel hebt bevestigd, start u het makkelijkst door te
drukken op "START". De loopband start aan een snelheid van 1 km/uur.
3. Snelheid: Druk op « + » om de snelheid op te voeren. Met elke druk op deze
knop verhoogt u de snelheid met 0,1 km/uur.
Rechtstreeks toegang tot de vooraf gekozen loopsnelheden.
1. Nadat u de veiligheidssleutel hebt bevestigd, start u het makkelijkst door te
drukken op "START". De loopband start aan een snelheid van 0,1 km/uur.
2. Snelheid: Kies de vooraf gekozen snelheid door op de overeenstemmende
knop te drukken (WALK/JOG/RUN/SRINT).
3. Vervolgens kunt u uw snelheid nader bepalen met de knoppen “ +” en “ -“.
Manueel programma:
Nadat u de veiligheidssleutel hebt bevestigd, kunt u het handmatige program-
ma selecteren door te drukken op "START". Voordat u de training begint moet
u de tijd of de afstand of de calorieën invoeren. Dit programma biedt u een
maximale controle en blijft ongewijzigd zo lang u niet zelf de snelheid veran-
dert. Het handmatige programma is bestemd voor een constante training.
Het handmatige programma biedt u 2 trainingsmogelijkheden.
Handmatig programma met instelling van tijd, afstand of calorieën
1. Handmatig programma met vooraf ingestelde tijd: druk eerst eenmaal op
de knop "MODE" en voer de duur van uw training in door te drukken op
"+" of "-". De tijd begint af te tellen zodra u begint te trainen.
2. Druk op « START » voordat u begint te trainen.
3. 6. Varieer uw snelheid door te drukken op de knoppen "+" en "-"
Training met de vooraf ingestelde programma’s P1, P2 et P3
Het vooraf ingestelde programma wijzigt de snelheid automatisch. De ver-
schillende snelheden voor elk trainingsniveau worden gegeven in de onders-
taande tabel. Bij alle vooraf ingestelde programma’s kunt u op ieder ogenblik
tijdens uw training de snelheid manueel instellen door te drukken op + of -
Selecteer een van de vooraf ingestelde programma’s P1, P2 of P3.
1. Stop om het gewenste programma te starten de veiligheidssleutel in de
console, selecteer het programma "P1", "P2" of "P3" door te drukken op
"+" of "-" en druk op de knop 'MODE"
2. Druk op « START » als u onmiddellijk wil starten.
3. Om de trainingsduur in te stellen: druk op « MODE » en stel de training-
sduur in met de toetsen "+" en "-".
4. Druk op « START » om de training te starten.
Opmerking:
1. U kunt uw training onderbreken door te drukken op "STOP". Druk op
“START” om opnieuw te beginnen.
2. Het trainingstype wordt weergegeven op het scherm.
3. Als de tijd 99:59 of 10:00 wordt aangegeven, hoort u gedurende 5 secon-
den korte bieptonen en wordt de motor uitgeschakeld.
De functie « pauze »
U kunt de loopband tijdens de training op ieder ogenblik uitschakelen door
eenmaal op "STOP" te drukken.
Druk op de knop "START" om de loopband opnieuw te starten.
De functie "reset"
Om het programma en de tijd te resetten moet u gedurende vijf seconden op
"STOP" drukken tot in het programmavenster "P1" verschijnt. Herhaal deze
bewerking om de gewenste programma’s, het trainingsniveau en de training-
sduur te resetten.
Hierna volgt algemene informatie die louter als aanwijzing geldt.
U kunt deze aanbevelingen dus aanpassen aan uw persoonlijke wensen.
Uw loopband beschikt over een geheugen met vier vooringestelde trainingsprogramma’s.
Tijdens het gebruik van een programma verandert de loopband automatisch de snelheid.
Programma P1 :
CARDIOTRAINING
Programma P2 :
INTERVALTRAINING
Programma P3 :
GEWICHTSVERLIES
VOORINGESTELDE PROGRAMMA’S
