II. Installatiehandleiding
Let op!
Vóór het v erwijderen van een bestaande ruimtethermostaat of de montage van de
regelaar per se de netvoeding uitschakelen.
Let op!
Het apparaat mag alleen door een elektromonteur geopend w orden en over een-
komstig het schakelschema in de behuizingsdeksel en deze handleiding geïnstal-
leerd worden. Hierbij dienen de desbetre ende veiligheidsvoorschriften in acht
genomen te worden.
Om aan de eisen van veiligheidsklasse II te voldoen, moeten de desbetr eende
installatiemaatregelen wor den uitgevoerd.
Dit onafhankelijk monteerbaar elektrisch apparaat dient voor de r egeling van de
temperatuur in uitsluitend droge en geslot en ruimten, in een normale omgeving.
Het apparaat komt over een met EN 60730 en functioneer t over eenkomstig wer-
king 1C.
1. T o epassing
De elektronische ruimtetemperatuurr egelaar E200 kan gebruikt worden voor het regelen
van de ruimtetemperatuur met:
• Thermische motoren bij vloer- en convectorverwarmingen
• Olie - en gas-warmwa terver warmingen
• Circulatiepompen
• W armtepompen
• Elektrische verwarmingsapparaten
2. Montage
Montageplaats
De regelaar moet op een plaats in de ruimte wor den gemonteerd, die:
• voor de bediening gemak kelijk toegankelijk is
• vrij van gordijnen, k asten, rekken, enz. is
• een vrije luchtcirculatie mogelijk maakt
• vrij is van rechtstr eekse zonnestraling
• vrij is van trek (bijv . openen ramen en/of deuren)
• niet direct door de warmtebron wordt beïnvloed
• niet tegen een buitenmuur ligt
• ca. 1,5 m bov en de vloer ligt
De montage van de regelaar direct op de muur of op een inbouwdoos.
1. Schroeven onder de batterijdeksel verwijderen
2. Bovendeel van de behuizing v erwijderen, druk hier voor op de toets aan de onderkant,
zie afbeelding 1
3. Onderste deel van de behuizing op een inbouwdoos monter en
4. Bedraden o vereenkomstig het schakelschema in de regelaar of in deze handleiding , zie
afbeelding 2
5. Bovendeel van de behuizing weer aanbr engen
6. Schroeven vast aandraaien
7. Batterijen plaatsen (2 x AA)
De regelaar is nu gereed voor gebruik en begin t automatisch met het regelen van de
ruimtetemperatuur ov ereenkomstig het vooringestelde prog ramma 1 (zie bedienings-
handleiding).
Alle belangrijke functies zijn af-fabriek ingesteld. Indien er wijzigingen uitgevoerd moeten
worden, kunnen de mogelijkheden in de bedieningshandleiding onder punt 9 worden
nagelezen.
Afhankelijk van het gebruikte type verwarming, punt 3.10 (optie 11) in acht nemen
Afbeelding 1 Afbeelding 2
H = Verwarmen, actuators, stroomloos gesloten
C = Verwarmen, actuators, stroomloos openen of alleen koelen
RELAY
Off
On
C
H
C
3. Installatie-instellingen wijzigen
Let op: Deze instellingen dienen alleen door de installateur uit gevoerd te wor den, omdat
deze de veiligheid en werking van het verwarmingssysteem kunnen beïnvloeden. Zie ook
de gebruikersinstellingen. Lijst van de functies, zie tabel 2.
Voor de activering van het menu in de A UT O-modus de toetsen < en + gelijktijdig 5
seconden indrukken, InSk00 wordt weergegev en.
Voor de keuz e van een eigenschap T oets < of > indrukken
Voor het wijzigen v an een eigenschap T oets + / – indruk ken
Na een wijziging moet de nieuwe waarde met < of > w orden bevestigd .
Voor het v erlaten van het menu de toetsen < en + gelijktijdig 5 seconden indrukken.
Wor dt 2 minuten lang geen toets ingedrukt, wor dt de AUT O-modus teruggeschakeld.
3.1 T ype programma (optie 1, T abel 2)
Met deze functie wordt vastgelegd in welk type prog ramma de regelaar werkt.
7 dagen (7d):
In de bedrijfsmodus 7d is voor iedere weekdag een individuele tijd-/temper atuurinstelling
mogelijk.
5/2 dagen (5:2):
In dit type programma kunnen voor de weekdagen (maandag t/m vrijdag) en het week-
end (zaterdag en zondag) v erschillende tijd-/temperatuurinstellingen worden ingest eld.
24 uur (24u):
Voor alle dagen v an de week (maandag t/m/ zondag) gelden dezelfde tijd-/t empera-
tuurinstellingen.
3.2 T oegangsblokkering / Kinderbeveiliging (optie 2, T ab el 2)
Als deze functie is ingeschakeld, reageert de regelaar niet meer op een toetsinvoer .
Om deze blokkering op te heen, moet u de installatie-instellingen oproepen en optie 2
op uit zetten.
3.3 V orstbeveiliging (optie 3, T abel 2)
Met deze functie kan de vorstbeveiliging van de regelaar geactiveerd wor den.
Zakt de ruimtetemperatuur tot 5 °C, wordt door de v orstbeveiligingsfunctie de verwar-
ming ingeschakeld en de temperatuur op 7 °C geregeld.
De vorstbeveiliging is ook actief als de regelaar is uitgeschakeld
3.4 Ingestelde waarde voor de minimale en maximale begr enzing
(optie 4, 5, T ab el 2)
Boven deze gr enswaarden kan verhinderd worden, dat t e hoge of te lage temperaturen
worden ingesteld .
De temperatuurgr enswaarden zijn standaard op max. 32 °C en min. 7 °C ingesteld.
3.5 Zelerende verwarmingscurve / Optimale start (optie 6, T abel 2)
Is deze functie geactiveerd, berekent de r egelaar zelf wanneer de verwarming moet
worden ingeschakeld om op de desbetre ende schakeltijd de gewenste temperatuur t e
bereiken. Deze functie draagt aanzienlijk bij aan de energiebesparing.
Aanwijzing: Deze functie werkt alleen in de A UTO-modus.
Na de inbedrijfstelling duurt het enkele dagen totdat de regelaar voldoende inf ormatie
heeft verzameld om deze functie correct te berekenen.
3.6 V erwarmen / Koelen (optie 7, T ab el 2)
Hiermee kan ingesteld worden of de regelaar alleen voor verwarmen of alleen voor koelen
wordt gebruikt.
VERW ARMEN: Het relais wordt ingeschakeld als de temperatuur onder de ingestelde
waarde zakt.
KOELEN: Het relais wordt ingeschakeld als de temper atuur boven de ingestelde
waarde stijgt.
3.7 V entielbeveiliging (optie 8, T abel 2)
Met deze functie wordt het relais van de regelaar een keer per dag om 10 uur ingescha-
keld.
Daardoor moet worden v oorkomen dat de ventielen of pompen tijdens de zomertijd
blokkeren.
Bij elektrische verwarmingen of in gevallen waarbij een blokker ing niet te verwachten is,
dient deze functie uitgeschakeld te zijn.
De inschakelduur kan via optie 9 worden vastgelegd.
3.8 V entielbeveiligingsduur (optie 9, T abel 2)
De ventielbeveiligingsduur kan tussen 1 en 5 minuten bedragen (standaard: 3 minut en).
3.9 Noodverwarming bij voelerfout (optie 10, T abel 2))
Bij een defecte voeler wor dt de volgende melding weergegeven:
E1 voor defect interne voeler
Een defecte voeler heeft de volgende gev olgen:
1. Als deze functie is ingeschakeld, wordt de v erwarming 30 % van de tijd ingeschakeld
(een onderkoeling of oververhitting van de ruimte wordt v erhinderd).
2. Als deze functie is uitgeschakeld, wordt de v erwarming uitgeschakeld.
3.10 T ype verwarming (optie 11, T abel 2 op pagina 2)
Met deze functie wordt het toepassingstype van de regelaar vastgelegd .
(alleen eectief bij regelalgoritme PID met PBM)
0 = Regeling van een radiatorverwarming (= fabrieksinstelling)
1 = Regeling van een warmwater- en vloerverwarming
3.11 Regelalgoritme (optie 12, T ab el 2 op pagina 2)
PId = PID met PBM (pulsbreedtemodulatie)
On:Of = Aan/Uit
PBM voor vloer- of radiatorverwarming (indien de thermostaat alleen de regeling van de
zones aanstuurt. Zodra de ketel ook direct aangestuurd wor dt, dan toepassing hier onder
instellen Aan/Uit)
Aan/uit voor ketel te bedienen en speciale toepassingen
4. T echnische sp ecicaties
Order E200
Voeding 2 x AA 1,5 V alkaline-batterijen
Levensduur van de batt erij 3 jaar (type)
Instelbereik temperatuur 7 °C tot 32 °C
T emperatuurresolutie 0,1 °C (bij instelling en weergave)
Schakelstroom max. 8(2)A; AC 24 ... 230 V~
Uitgang Relais wisselcontact, potentiaalvrij
Uitgangssignaal PID met PBM (pulsbreedtemodulatie) of
Aan/Uit (2-punts) instelbaar
Minimale schakeltijd 1 minuut
Loopnauwkeurigheid < 4 min / jaar
Omgevingstemperatuur Bedrijf 0 °C tot 40 °C niet- condenserend
Opslag –20 °C tot 85 °C niet- condenserend
Meetstootspanning 4 kV
T emperatuur voor de kogeldruktest 75 ± 2 °C
Spanning en stroom voor
EMC-storingsemissietests 230 V , 0,1A
Beschermingsklasse II (zie Let op)
Beschermklasse IP 30
Softwareklasse A
Graad van vervuiling 2
Gewicht (met batterijen) ~ 300 g
Afmetingen
140 mm
94 mm
26
5. Fout en oplossen
1. Het wordt te laa t warm
a. Komen de geprogrammeerde schakeltijd en de tijd op de klok over een?
b. Is de zeler ende verwarmingscur ve ingeschakeld (zie 3.5)?
c. Heef t de regelaar v oldoende tijd (enkele dagen) om de gegevens van de ruimte te
bepalen?
2. De regelaar accept eert geen invoeren meer
Is de toegangsblokkering uitgeschakeld (zie 3.2)?
3. In de weergav e verschijnt E1
De voeler is defect (zie 3.9).
6. Recycling
Batterijen mogen niet bij het huisvuil worden gegooid . De batterijen moe-
ten overeenkomstig de v oorschriften worden weggegooid om het milieu
te beschermen.
Batterijen kunnen worden af gegeven op de plaats waar ze gekocht zijn of
bij de desbetreende recyclebedrijven.
Dit product mag niet bij het huisvuil worden gegooid.
A.u.b. alleen in speciale v oorzieningen voor elektrisch afval afdanken
Neem voor het recyclingproc es contact op met de plaatselijke autoriteiten.
T abel 2 Installatie -instellingen
In de AUT O-modus de toetsen < en + gelijktijdig 5 seconden indrukken, InSk00 wordt weergegeven.
Optienummer
Beschrijving Keuze
F abrieksinstellingen
1 T ype programma
5:2 dagen (5:2)
7 dagen (7d)
24 uur (24u)
7 dagen
2 T oegangsblok kering (kinderbeveiliging) Aan (ON) Uit (OFF) Uit (OFF)
3 Vorstbev eiliging Aan (ON) Uit (OFF) Aan (ON)
4
Ingestelde minimale grenswaarde °C
7 Maximale grenswaarde 7
5
Ingestelde maximale grenswaarde °C
Minimale grenswaarde 32 32
6 Zelerende verwarmingscurve (optimale start) Aan (ON) OFF Aan (ON)
7 Verwarmen /Koelen Verwarmen (Heat) Koelen (Cool) Verwarmen
8 Ven tielbeveiliging Aan (ON) Uit (OFF) Aan (ON)
9 Ven tielbeveiligingsduur 1 tot 5 3
10 Noodver warming bij voelerfout Aan (ON) Uit (OFF) Uit (OFF)
11 Type verwarming
Verwarmingselement (0)
Vloer- en warmwat erver warming (1) 0
12 Regelalgor itme PID (PBM) ON/OFF ON/OFF