II. Installatiehandleiding
1. Toepassingen
De elektronische ruimteverwarmingregelaar INSTAT+ 2R wordt gebruikt voor het
regelen van ruimte temperatuur in verbinding met:
• Vloerverwarmingsystemen of radiatoren
• olie en gas warm water verwarming
• circulatiepompen
• warmte pompen
• elektrische radiatoren
2. Installatie:
Plaats:
De regelaar moet geplaatst worden op een locatie die:
• makkelijk toegankelijk is
• vrije lucht circulatie biedt
• niet aan direct zonlicht blootgesteld is
• niet op de tocht is (wanneer ramen en/of deuren geopend zijn)
• niet in de directe invloed van een warmtebron is
• niet op een buitenmuur
• op ca. 1.50 meter hoogte
De regelaar moet direct op een muur of een aansluitvoet geplaatst worden.
1. Verwijder de batterijdeksel m.b.v. een munt.
2. Verwijder de bovendeksel m.b.v. een schroevendraaier en maak de achterkant los.
3. Bevestig deze achterplaat op de aansluitvoet met de juiste muurpluggen en
schroeven.
4. Verbindt de bedrading aan de warmtebron volgens het bedradingschema binnenin
of het schema hieronder
5. Plaats de bovendeksel op de achterkant en druk deze aan.
6. Plaats de 2 meegeleverde AA batterijen
7. Plaats de batterijdeksel.
De regelaar is nu geïnstalleerd en zal automatisch beginnen met het regelen van de
temperatuur volgens de standaard instellingen (zie bedieningshandleiding).
Alle belangrijke functies zijn fabrieksmatig ingesteld. Raadpleeg de bedieningshand-
leiding om deze instellingen te veranderen. Refereer aan 3.10 (optie 11) afhankelijk het
verwarmtype.
Voorzichtig!
De regelaar mag alleen door een gekwalificeerde elektricien geopend en geïnstal-
leerd worden volgens de instructies en het aansluitschema op de behuizing van de
regelaar. De bekende veiligheidsvoorschriften dienen in acht genomen te worden.
Om te voldoen aan Apparatenklasse II moeten de installatie voorschriften op de
juiste manier opgevolgd worden.
Deze onafhankelijk te plaatsen elektronische regelaar is ontworpen met als doel
het regelen van temperatuur onder normale omstandigheden in droge en afsluit-
bare ruimten. Het apparaat is beveiligd tegen radiostoring volgens VDE 0875/T.14
en EN 55014 en werkt volgens de 1C functionering wijze (EN 60730).
Waarschuwing!
Schakel de hoofdvoeding uit voordat de bestaande verwarmingregelaar verwijderd
wordt of deze regelaar geïnstalleerd wordt.
3. Installatie opties
Let op: De instellingen mogen alleen door de installateur aangepast worden, omdat ze
van grote invloed kunnen zijn op de functie en de veiligheid van het verwarmingsys-
teem. Zie tabel 2 voor de installatie opties.
Menu activeren druk de < en + toetsen 5 seconden tegelijk in
Optie selecteren druk de < of > toets in
Optie wisseling druk de +- toets
Druk < of > om de verandering(en) te bevestigen.
Druk de < en + toetsen 5 seconden tegelijk in om het menu te verlaten.
Als er 2 minuten geen toets is ingedrukt keert de regelaar terug naar auto instellingen.
3.1 Type programma (optie 1, tabel 2)
De werking van de regelaar wordt ingesteld d.m.v. deze functie
7 dagen (7d)
Verschillende tijd/temperatuur instellingen kunnen voor iedere dag individueel
gekozen worden.
5/2 dagen (5:2)
Verschillende tijd/temperatuur instellingen kunnen voor werkdagen (maandag tot
vrijdag) en het weekend (zaterdag en zondag) in gesteld worden. Dit is de basis
instelling.
24 uur (24h)
Dezelfde tijd/temperatuur instellingen worden gebruikt voor elke dag van de week.
3.2 Toegangbeveiliging/Kinderslot (optie 2, tabel 2)
Als deze functie is ingesteld, blokkeren alle toetsen. Start om deze beveiliging weer uit
te schakelen de installatie optie en stel optie 2 OFF in.
3.3 Vorstbeveiliging (optie 3, tabel 2)
De vorstbeveiliging van de regelaar wordt ingesteld met deze functie. De
vorstbeveiliging schakelt de verwarming in als de vloertemperatuur onder 5°C komt en
regelt de temperatuur naar 7°C.
De vorstbeveiliging blijft ook actief als de regelaar uit staat.
3.4 Lage en hoge limiet instellingen (optie 4.5, tabel 2)
Deze limieten kunnen te hoge en te lage temperatuurinstellingen voorkomen.
De standaard ingestelde limieten zijn 32°C (hoge limiet) en 7°C (lage llimiet).
3.5 Optimale start (optie 6, tabel 2)
De regelaar berekent automatisch de verwarmingstijd van het verwarmingsysteem om
de gewenste temperatuur te bereiken op de gewenste tijd.
Deze functie is goede energie bespaarder!
Opmerking: deze functie werkt alleen bij Auto mode
Na instelling heeft de regelaar een aantal dagen nodig om de juiste informatie te ver-
zamelen voor deze functie.
3.6 Verwarmen/koelen (optie 7, tabel 2)
Gebruik deze functie alleen als de regelaar bedoelt is voor óf verwarmen óf koelen.
Verwarmen: Het relais schakelt als de temperatuur beneden een ingesteld punt komt.
Koelen: Het relais schakelt als de temperatuur boven een ingesteld punt komt.
3.7 Klepbeveiliging (optie 8, tabel 2)
Als deze functie ingesteld is schakelt het relais van de regelaar dagelijks eenmaal om
10 uur. Dit gebeurt om te voorkomen dat de kleppen en pompen tijdens de
zomermaanden vast gaan zitten. Selecteer ‘On’ bij de installatie opties als men hiervan
gebruik wil maken. De tijd kan gekozen worden via optie 9.
3.8 Klep beveiligingstijd (optie 9, tabel 2)
De klep beveiligingstijd kan ingesteld worden tussen 1 en 5 minuten. (Standaard inges-
teld is 3 minuten).
3.9 Noodverwarming in geval van sensorstoring (optie 9, tabel 2)
In geval van sensorstoring verschijnt het volgende bericht in het scherm:
E1 bij interne sensorstoring
Een sensorstoring kan de volgende effecten hebben:
1 = Als deze functie ingesteld is wordt de verwarming ingeschakeld voor 30% van de
tijd. (om te voorkomen dat de ruimte te koud wordt of te oververhit raakt)
2 = Als deze functie niet is ingesteld wordt de verwarming ingeschakeld.
3.10 Applicatie type (optie 11, tabel 2)
Deze functie wordt gebruikt voor de selectie van het type applicatie.
0 = radiator regeling (standaard)
1= water vloerverwarming regeling
4. Technische gegevens
Type INSTAT
+
2R
Spanningstroom 2 x AA 1,5V alkaline batterijen
Levensduur batterijen 3 jaar
Temperatuur instelbereik 7°C tot 32°C
Schakelstroom 10mA …. 16(2)A AC 230 V~
Uitgang Relais C/O contact, spanningsvrij
Uitgangssignaal Proportionele regelaar (PBM)
Temperatuur resolutie 0,1°C
Nauwkeurigheid klok < 4minuten/jaar
Temperatuur Bedrijf 0°C tot 40°C
Opslag –20°C tot 85°C
Vochtigheid Bedrijf 25 to 85% (zonder condensvorming)
Opslag 15% tot 95%
Drie elektrische sterkte test 2,5 kV
Thermische kogeldruk test 75°C
Spanning en stroom voor
EMC immuniteit 230V, 16A
Veiligheidsklasse IP 30
Vervuilingsgraad 2 (zie Voorzichtig)
Software klasse A
Gewicht (met batterijen) ~ 200g
Afmetingen
5. Trouble shooting
1. Het wordt te laat warm
a. Zijn klok en programma goed ingesteld?
b. Is de optimale start ingeschakeld? (zie 3.5)
c. Krijgt de thermostaat genoeg tijd (soms dagen) om de ruimte gegevens te ver-
zamelen?
2. De thermostaat accepteert geen veranderingen
Is de toegangsbeveiliging ingeschakeld? (zie 3.2)
3. In het display staat E1
Sensorstoring (zie 3.9).