Algemeen
De brander automaat is ontworpen om te functioneren als een zelfstandige besturing voor intermitterende werking
van verwarmingsapparaten met een premix (modulerende) brander en een pneumatisch luchtgassysteem.
1)Dit is de totale lengte van de kabel, niet de lengte tussen twee ketels. De toegestane lengte is afhankelijk van
de diameter van de kabel.
13.5.1 POMP START ELKE 24 UUR
De ketelpomp aangestuurd door de brander automaat zal elke 24 uur 10 seconden draaien om vastlopen op een
bepaalde positie te voorkomen.
13.5.2 VORSTBESCHERMING
De vorstbeschermingsfunctie beschermt de ketel tegen bevriezen.
De T_Aanvoer- en T_Retour-sensoren bepalen de vraag naar bescherming tegen bevriezing.
• Wanneer de waarde van één van de sensoren onder FP_Start_Pump valt, wordt de ketelpomp ingeschakeld
voor CV.
• Wanneer de waarde van één van de sensoren onder FP_Start_Burn komt start de ketel met branden.
• Wanneer de waarde van alle sensoren boven FP_Stop komt, wordt de vorstbeveiligings vraag beëindigd.
Wanneer de vraag naar bescherming tegen vorst is geëindigd, zullen de pompen gedurende CH_Post_Pump_Pe-
riod nadraaien. Deze veiligheids parameters zijn vast ingesteld en niet te wijzigen.