Gebruik alleen onderdelen/ombouwsets van Eco Heating
Systems die bestemd zijn voor gebruik met deze specifieke
ketel. Elke ombouwset is voorzien van instructies voor het
monteren van de set op de ketel.
Het omzetten van de ketel naar propaan (LP) vereist de volgende acties:
1. Controleer het ketel type.
2. Monteer de juiste inspuiter tussen gasklep en venturi.
3. Stel parameter 92 en 93 in.
4. Pas het CO2/O2 percentage aan.
5. Breng de propaansticker aan en vink de juiste hokjes aan.
1. Controleer het keteltype. Het keteltype (CB 85, 105, 125 of 155) is te vinden op de dataplate welke zich aan
de binnenzijde tegen de bovenplaat bevindt.
2. Monteer de juiste inspuiter
Het omzetten van de ketel naar propaan wordt gedaan door
een propaan inspuiter tussen de gasklep en de venturi te plaat-
sen.
Door gebruik te maken van de juiste inspuiter (zie tabel), zal
het gemeten CO2 (O2) -percentage in het rookgas al dicht bij
de gewenste waarde liggen.
Installatie van de inspuiter (zie ook afbeelding):
Benodigd gereedschap: steeksleutel 55, inbussleutel 5
mm en inbussleutel 4 mm
1. Sluit de externe gas afsluiter en ontkoppel de elektrici-
teitsaansluiting voordat u de ketel opent.
2. Gebruik een steeksleutel om de koppeling in de gaslei-
ding in de ketel los te draaien. De drie schroeven waar-
mee de venturi op de ventilator is gemonteerd, kunnen
nu worden losgedraaid.
3. Venturi en gascombinatieklep kunnen nu van elkaar
worden gehaald. De inspuiter moet tussen venturi en
gascombinatieklep worden geplaatst. De afgeronde
zijde van de opening moet in de richting van de zijkant
van de gascombinatieklep worden geplaatst.
De inspuiter moet in de gastoevoer van de venturi wor-
den gemonteerd en worden vastgezet met de rubberen
pakking.
4. Venturi en gascombinatieklep kunnen nu opnieuw wor-
den gemonteerd.
5. Monteer nu de gascombinatieklep en venturi op de ven-
tilator. Draai de koppeling in de interne gasleiding vast.
6. De externe gaskraan kan nu worden geopend.
7. Controleer op gaslekken.
8. Sluit nu de elektriciteitsaansluiting weer aan.
9. Controleer tijdens het gebruik opnieuw op gaslekken.