85
NEDERLANDS
GESLOTEN VAT bijkomende voorschriften (Alleen geldig voor IDRO 50/CS)
OPEN VAT
- Bij het bijvullen moet u er zorg voor dra-
gen dat 1,5 bar niet wordt overschreden.
- Open gedurende deze fase alle
ontluchtingskleppen van de radiators zodat
luchtbellen worden vermeden die de
waterkringloop in de installatie zouden
beletten.
- Enkel de haardversie met spiraal,
geactiveerd door een klep voor
overtemperatuur, kan op een systeem
met GESLOTEN VAT geïnstalleerd
worden.
- Overweeg of een ander GESLOTEN VAT
op de installatie noodzakelijk is.
- Verzeker u ervan dat u de afvoer van het
spiraal en de netvoeding met minstens
1,5 bar hebt aangesloten.
- De druk stroomopwaarts van het koelcir-
cuit moet minstens 1,5 bar bedragen.
(UNI 10412/2 par. 6.2).
- De aansluitingen, de inbedrijfstelling en
de controle op de goede werking moe-
ten uitgevoerd worden door bevoegd
personeel dat in staat is de aansluitingen
uit te voeren in overeenstemming met de
van kracht zijnde wetten en in het bijzon-
der conform met de wet 46/90 (D.M.
37). Bovendien moeten de onderhavige
instructies
strikt nageleefd worden.
- Het vullen van de inbouwhaard en van de
installatie moet via het open expansievat
gebeuren en natuurlijk stromend water
door de toevoerbuis.
(diameter niet kleiner dan 18 mm).
- Open gedurende deze fase alle ontlu-
chtingskleppen van de radiators zodat lu-
chtbellen in de installatie vermeden wor-
den die de waterkringloop zouden
tegenwerken.
NOTA BENE:
- Het open vat moet hoger dan 3 m van de
hoogste radiator en lager dan 15 m van
de uitgang van de inbouwhaard
geplaatst worden.
- Verbind de afvoer van de thermische
afvoerklep en van de veiligheidsklep
(schema’s op de volgende pagina’s)
- De test voor controle van de afdichting
van de installatie moet met open
expansievat uitgevoerd worden.
- Op het warme watercircuit is het
raadzaam een veiligheidsklep van 6 bar
te installeren om het eventueel
toegenomen watervolume in de wisselaar
af te voeren.
- Plaats alle onderdelen van de installatie
(circulator, wisselaar, kleppen enz.) in
zones die gemakkelijk toegankelijk zijn
om het gewone en buitengewone
onderhoud te kunnen uitvoeren.
- Wij adviseren warmteisolerend materiaal
op de kap van de ketel te leggen.
WATERBEHANDELING
- Voeg antivriesmiddel, anticorrosiemiddel
en ontkalkingsmiddel bij het water.
Indien het water voor vullen of bijvullen
harder is dan 35°F, dient u een
waterverzachter bij te voegen.
Raadpleeg de norm UNI 8065- 1989
(behandeling van het water van
thermische installaties voor civiel
gebruik).
- Het vat moet hoog genoeg staan om een
grotere druk te creëren dan de druk
voortgebracht door de circulatiepomp.
-Vul nooit de installatie rechtstreeks
via het onder druk staande
waterleidingsnet daar deze druk hoger
zou kunnen liggen dan de druk
aangeduid op de typeplaat van de
inbouwhaard.
- Een vrije ontluchting, zonder kranen, van
de veiligheidsbuis van het expansievat
moet mogelijk zijn.
De veiligheidsbuis moet op geschikte
wijze geïsoleerd worden.
- De toevoerbuis moet vrij zijn, zonder
kranen en bochten.
- De maximum bedrijfsdruk mag de 1,5 bar
niet overschrijden.
- De testdruk is 3 bar
- Op plaatsen waar de temperatuur sterk
daalt, moet een antivriesmiddel aan het
water, dat zich in de installatie bevindt,
toegevoegd worden.
- Ontsteek de inbouwhaard nooit (ook niet
voor een test) indien de installatie niet met
water is gevuld; u zou onherstelbare schade
kunnen aanbrengen.
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN