22
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
GEBRUIKER
Bij AUTOMATISCHE WERKING:
Instelling van de omgevingstemperatuur
(gelezen door de afstandsbediening, waarvan
aanbevolen wordt hem in de ruimte te houden waar
het apparaat is geïnstalleerd). Wijzig de gewenste
temperatuur met de toetsen “+” en “-“.
AUTOMATISCH HANDMATIG
Bij HANDMATIGE WERKING:
Instelling van het vermogen
Wijzig het vermogensniveau (weergegeven door het
vlamsymbool) met de toetsen “+” en “-“.
Voorbeeld: u drukt op een toets en het display
wordt geactiveerd. Vervolgens drukt u op de
toets
“vlam”-
symbool
De instelling wordt bevestigd met de toets of
door 5 seconden te wachten zonder op een toets te
drukken.
Na de bevestiging stopt de tekst SET met knipperen.
Instelling AUTOMATISCHE en
HANDMATIGE WERKING
Druk op de toets AUTO/MAN om van de
automatische werking over te gaan naar de
handmatige werking, of omgekeerd.
Voorbeeld: u drukt op een toets en het display wordt
geactiveerd, vervolgens drukt u op de toets
OPMERKING:
Als de chrono modus actief is, is het niet mogelijk de temperatuur of het vermogen te
regelen.