28
9. HYDRAULISCHE INSTALLATIE
INSTALLATEUR
9.1. Algemene regels voor hydraulische installatie
De hydraulische aansluiting hangt af van het type installatie.
Er zijn echter enkele "algemene regels":
De hydraulische installatie moet onder druk werken
De installatie moet werken tussen 1 en 1,5-2 bar wanneer het warm is op een circuit met gesloten vat.
Installeer het product NIET op een primaire installatie met een open expansievat.
De aanwezigheid van een puffer (inertie-opslag) is aan te bevelen, maar niet verplicht. De aanwezigheid ervan heeft
het voordeel dat het product vrij is van de "plotselinge" vraag van de installatie en dat het integratie met andere
warmtebronnen mogelijk maakt. Het vermindert het verbruik en verhoogt de efficiëntie van het systeem. Edilkamin
beveelt een puffer aan van 15-20 l/kW
De retourtemperatuur van het water naar het product moet ten minste 50-55° C zijn om condensatie te voorkomen.
Voor het verwarmen van stralingspanelen met lage temperatuur is een puffer (inertie-opslag) nodig, geïnstalleerd
volgens de instructies van de fabrikant van de stralingspanelen zelf.
Het materiaal dat in het circuit gebruikt wordt, moet geschikt zijn om eventuele oververhitting te weerstaan.
De installateur moet naar gelang van het soort water en de installatie beoordelen of hij conditioneringsproducten
moet voorzien. In Italië wordt verwezen naar de UNI 8065 norm (waterbehandeling in verwarmingssystemen voor
huishoudelijk gebruik).
Rechtstreekse aansluiting op radiatoren verhindert, wegens de kleine diameter van de
radiatorbuizen, een goede werking
De hydraulische installatie moet ontworpen zijn volgens de plaatselijke en nationale normen.
De installatie moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel, volgens de plaatselijke
en nationale voorschriften
De aanwezigheid van het expansievat in het product garandeert geen adequate bescherming
tegen thermische expansie van het water in het gehele systeem. Bij het ontwerp moet rekening
worden gehouden met de berekening van het vereiste expansievatvolume