• Het inschakelen van de oven, draai de functieschakelaar (C) van het bedieningspaneel
in de positie (laag vuur), (top warmte) of (boven-en onderkant warmte) -
(zie foto op pagina 2). Het lampje in de schakelaar zal oplichten.
• Nadat u de schakelaar op de gewenste positie, regelen de temperatuur van de oven
door middel van de thermostaat (D) - (zie foto op pagina 2).
• Toen het eten klaar is, de temperatuur knop en de schakelaars in de "0 " positie te
brengen, de waakvlam dooft.
• Open de glazen deur van de oven voorzichtig, en gebruik pannenlappen.
• Wees uiterst voorzichtig wanneer u het rooster of de bakplaat uit de oven haalt. Deze
voorwerpen worden tijdens het gebruik zeer warm en u zou zich kunnen verbranden.
• Trek de stekker uit het stopcontact na gebruik.
GEBRUIK VAN DE KOOKPLATEN
• De thermostaten moeten zich op "0" bevinden. Steek de stekker in het stopcontact.
• Gebruik alleen potten en pannen die voor elektrisch koken geschikt zijn. De diameter van
de pan moet gelijk zijn aan de diameter van de kookplaten. Bij oneffen of te kleine
pannen verspilt u energie.
• Om de kookplaten aan te schakelen, draai de thermostaten (zie afbeelding pagina 2)
naar rechts tot de gewenste stand.
• Wanneer u de kookplaten uitschakelt, blijven ze nog een tijdje warm. U kunt die
restwarmte gebruiken om voedingsmiddelen op te warmen.
• Plaats de thermostaten na gebruik op "
0
" en trek de stekker uit het stopcontact.
REINIGING EN ONDERHOUD
Trek de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat afkoelen vooraleer u het reinigt.
Reiniging van de binnenkant van de oven
• Veeg de bakplaat en het rooster met keukenpapier of een zachte doek af. Om
hardnekkige resten te kunnen verwijderen, brengt u een weinig olie op de bakplaat aan
en laat het vijf à tien minuten intrekken.
• Indien dit nog steeds niet lukt, gebruik dan een druppel spoelmiddel.
• Gebruik geen schuurmiddelen noch staalwol. Dompel het toestel nooit onder in water en
zorg ervoor dat er geen water of vochtigheid in het toestel kan sijpelen. Het toestel mag
nooit met een stoomreiniger gereinigd worden.
• Zorg ervoor dat er geen water op de glazen deur komt zolang deze nog warm is.
Reiniging van de buitenkant van de oven en reiniging van de kookplaten
• Reinig het apparaat met een zachte, vochtige doek.
• Gebruik geen schuurmiddelen, daar deze de bedekking zouden beschadigen.
• Houd de kookplaten altijd droog; nattigheid en damp zouden roestplekken kunnen
achterlaten. Voor de reiniging van kookplaten bestaan er ook speciale producten die
beschikbaar zijn in de handel.
Dompel het toestel niet onder water of andere vloeistoffen.