24
NL
10. Aanwijzingen omtrent het verhelpen van fouten
Als het apparaat naar behoren wordt gebruikt zouden er zich geen storingen mogen voordoen. In geval van
problemen gelieve eerst de volgende mogelijkheden na te gaan alvorens de klantendienst te verwittigen.
Storing Mogelijke oorzaak Verhelpen
Beveiliging tegen overbelasting
heeft gereageerd
- Laadtangen fout aangesloten
- Onderling contact van de
laadtangen
- Batterij is defect
- Rode laadtang op de pluspool,
zwarte laadtang op de
carrosserie aansluiten
- Contact opheffen
- Batterij door een vakman laten
nazien en, indien nodig,
vervangen
Laadstroomindicator werkt niet
- Slecht contact tussen
laadtangen en batterijpolen
- Batterij is defect
- Foutieve laadstroomindicatie
- Contacten en laadtangen
schoonmaken
- Batterij door een vakman laten
nazien en, indien nodig,
vervangen
- Werking van de lader bij een
ander batterij controleren