25
veiligheidsbril. Bij niet-naleving kunnen oogletsels
ontstaan.
Hou uw werkplaats netjes!
Wanorde in uw werkplaats leidt gemakkelijk tot
ongevallen. Laat geen gereedschap, voorwerpen of
kabels in de onmiddellijke buurt van uw werkplaats
liggen ! Zorg voor een voldoende verlichting.
Op andere personen letten!
Let tijdens het gebruik van het toestel op andere
personen, vooral op kinderen en hou ze weg van uw
werkplaats. Laat niemand het toestel of de kabel
raken.
Gereedschappen veilig opbergen!
Niet gebruikte toestellen op een droge gesloten
plaats buiten bereik van kinderen bewaren.
Het toestel niet overbelasten!
Werk alleen in het opgegeven vermogensgebied.
Gebruik geen machines met een laag vermogen voor
zwaar werk. Gebruik gereedschappen niet voor
werkzaamheden waar ze niet voor bedoeld zijn.
Veilige stand tijdens het werk!
Let er tijdens uw werk op dat u veilig staat. Vermijdt
abnormale lichaamshoudingen, bewaar steeds uw
evenwicht.
Netstekker trekken
- bij niet-gebruik van het gereedschap, vóór het
onderhoud en vóór het verwisselen van boren.
Vermijdt het onbedoeld aanlopen van de machine !
Vergewis u er zich van dat de boormachine
uitgeschakeld is als u de stekker het stopcontact in
steekt.
Hou uw werk in het oog!
Hou de machine en het voorwerp dat u bewerkt altijd
in het oog. Gebruik uw machine nooit als u er niet
met uw aandacht bij bent of afgeleid bent. Gebruik
uw machine nooit onder invloed van alcohol of
tabletten.
Maximale grootte van de werkstukken
Er mogen enkel werkstukken (max. 20 x 20 cm)
worden bewerkt die op de boortafel of in de
bankschroef veilig kunnen worden gespannen.
Gereedschap op beschadiging controleren!
Veiligheidsinrichtingen of licht beschadigde
onderdelen zorgvuldig op hun behoorlijke perfecte
werkwijze controleren alvorens het gereedschap te
gebruiken. Controleer regelmatig de kabel van het
gereedschap. Alle onderdelen moeten correct
gemonteerd zijn en alle voorwaarden vervullen om
de behoorlijke werkwijze te waarborgen.
Beschadigde veiligheidsinrichtingen en onderdelen
dienen deskundig door een erkende vakwerkplaats
te worden hersteld of vervangen behalve in deze
gebruiksaanwijzing anders vermeld. Gebruik geen
gereedschappen waarvan de schakelaar niet kan
worden in- of uitgeschakeld.
Waarschuwing! Het gebruik van andere
inzetgereedschappen en andere accessoires dan
vermeld in deze gebruiksaanwijzing kan voor u een
gevaar voor verwondingen betekenen.
Lees nu de gebruiksaanwijzing en volg de daarin
vermelde instructies op.
5.0. Opstelling
5.1 Montage van de machine (fig. 1/4/5)
b Leg de onderplaat (1) klaar.
b Maak de kolom (2) met flens vast d.m.v. de
bijgaande schroeven (3).
b Installeer het wormwiel in de boortafelhouder.
b Plaats dan de tandheugel (30) in de
boortafelhouder (5) met de vertanding naar het
wormwiel wijzend (steekt even ver erboven uit).
b Deze stukken dient u dan samen over de kolom
(2) te schuiven. Let er goed op dat de
tandheugel in de vertanding van het wormwiel
zit.
b Voor het vastzetten van de tandheugel aan het
bovenste einde schuift u de geleidehuls (29) over
de kolom en beveiligt u deze d.m.v. de schroef.
b U kunt dan de tafel installeren en spannen d.m.v.
de klemhefboom. Vervolgens steekt u er de
draaikruk (27) op en haalt u ze goed aan d.m.v.
de schroef (28).
b Tenslotte plaatst u de volledige boorkop op de
kolom. Breng dan de kop verticaal in de juiste
stand ten opzichte van de onderplaat en zet hem
vast d.m.v. de schroeven (35).
b De 3 bijgeleverde grepen (9) draait u de
greephouder in.
b Voordat u de boorhouder met de MK-schacht
monteert dient u te controleren of beide
onderdelen proper zijn. Vervolgens schuift u de
conische mandrijn met een flinke ruk de conus
van de boorhouder in. Dan schuift u de conus
evenwel de boorspil in (fig. 13).
b Vóór inbedrijfstelling dient u de spanning van de
v-snaar regelmatig te controleren (fig. 9).
NL